Tusk reageerde daarmee op het verwijt van de radicaal-rechtse Meloni en haar geestverwanten in Europa dat haar uiterst rechtse politieke groep is buitengesloten van het vooroverleg over de ‘topjobs’. Dat zes regeringsleiders, onder wie Tusk en afzwaaiend premier Mark Rutte, alvast waren overeengekomen wie die banen zou krijgen, was volgens Tusk enkel voorwerk. „We hebben die onderhandelingen alleen maar gevoerd om het proces te faciliteren”, aldus de Poolse premier.

„Niemand heeft meer respect voor premier Giorgia Meloni en Italië dan ik, echt waar”.

De club van zes regeringsleiders, afkomstig uit de sociaaldemocratische, de centrumrechtse en de liberale fractie, is het in dat vooroverleg eens geworden dat de huidige commissievoorzitter Ursula von der Leyen die baan zou moeten houden, dat de Portugese oud-premier António Costa de voorzitter gaat worden van de Europese regeringsleiders en dat de Estse premier Kaja Kallas het gezicht gaat worden van de Europese buitenlanddienst. De huidige voorzitter van het Europese Parlement, Roberta Metsola, zou die positie ook behouden. Volgens critici lijkt het er op deze wijze op dat de andere regeringsleiders tijdens de EU-top alleen nog maar een klap moeten geven op deze voorgekookte banenverdeling.