Beoogd minister Faber moet nu een kans krijgen
Kamerleden waren maandag tot de tanden toe bewapend, toen zij de hoorzitting ingingen waarbij Marjolein Faber van de PVV ondervraagd zou worden. De beoogd minister heeft immers de reputatie bepaald geen blad voor de mond te nemen. Uitspraken in het verleden op gebied van asielbeleid vielen naar het oordeel van veruit de meeste parlementariërs in de categorie „totaal onacceptabel.” Er werd dus vuurwerk verwacht.
Faber slaagde erin dat vuur redelijk te doven. Zij nam afstand van de term ”omvolking”. Letterlijk zei ze: „Ik realiseer me dat het gebruik van de term onjuist en ongewenst is, vanwege de verschrikkelijke connotatie met het verleden die het met zich meebrengt.”
Dat Faber hierop terugkomt, is op zich opvallend. Als trouw lid van de PVV lag het in de lijn der verwachting dat ze dit niet zou doen. Haar partijleider, Wilders, staat erom bekend nooit iets terug te nemen. Hij zegt dat ook bij herhaling hardop.
In dat opzicht paste de reactie van Fabers partijgenoot Klever, beoogd minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, beter in de traditie van de PVV. Zonder blikken of blozen hield ze overeind dat omvolking geen racistische complottheorie is, maar een „feitelijke omschrijving van een demografische ontwikkeling.”
Het woord ”omvolking” is een vertaling van het Duitse ”Umvolkung”, een term die door de nazi’s werd geïntroduceerd. De omvolkingstheorie draait om het idee dat door een bewuste strategie van een elite, immigranten en vooral mensen van kleur de ‘blanke’ westerse cultuur verdringen. De AIVD noemt dit een „feitelijk onjuiste complottheorie” en waarschuwde in 2017 voor de opkomst ervan.
Zowel vanwege de historische connotatie als vanwege de plaats die omvolking in complottheorieën heeft, is het zeer zorgelijk dat politici en aankomend ministers deze term willen gebruiken in het debat. En al zeggen aanstormende bewindslieden dat ze deze term niet meer in de mond zullen nemen, de klemmende vraag is of het begrip nog steeds in hun denken een plaats heeft. Terecht dat Kamerleden daar hun zorg over uitspreken en daarop alert zijn.
Tegelijkertijd is er ook het risico dat de Kamer elk asielvoorstel van het toekomstig kabinet uitsluitend gaat beoordelen op de vraag of het watermerk van de omvolkingstheorie erin te ontwaren valt. Dat verlamt de aanpak van een zeer lastig probleem dat echt aangepakt moet worden.
Veruit de meeste partijen zijn het er wel over eens, dat er op dit terrein van het asielvraagstuk iets moet gebeuren. Met alle bedenkingen die er zijn, is het daarom belangrijk Faber nu een kans te geven om met een oplossing te komen – ook omdat de PVV al jaren roept de sleutel hiervoor in handen te hebben. Laat die partij dat dan maar waarmaken.