Rusland en Iran sluiten nucleair akkoord
Iran en Rusland hebben gisteren een akkoord gesloten over de levering van kernbrandstof. Het akkoord moet het Iran mogelijk maken zijn eerste kernreactor in bedrijf te stellen.
De Iraanse vice-president Gholamreza Aghazadeh en het hoofd van het Russische kernenergiebureau, Aleksander Roemjantsev, ondertekenden het akkoord in de kerncentrale van Bushehr, die Rusland heeft helpen bouwen en die eind dit jaar of begin volgend jaar moet gaan draaien.
Het akkoord behelst dat Rusland nucleaire brandstof levert aan Iran en dat Iran gebruikte nucleaire brandstofstaven terugstuurt naar Rusland, opdat het die niet kan gebruiken om plutonium te maken. Plutonium kan worden gebruikt om kernwapens te maken.
Het akkoord werd een dag later ondertekend dan de bedoeling was, naar verluidt omdat de twee partijen het er niet direct over eens werden wie het vervoer van de brandstofstaven naar Rusland moet gaan betalen. Wat daarover uiteindelijk is afgesproken is niet bekend.
Rusland en Iran sloten al in 1995 een contract over de bouw van de centrale met een vermogen van 1000 megawatt. De centrale, de eerste van Iran, zal naar verwachting eind dit jaar in werking treden en in 2006 volledig op stoom komen. Iran zegt dat de installatie is bedoeld voor het opwekken van elektriciteit, maar volgens de Verenigde Staten en Israël is de kerncentrale een dekmantel voor de ontwikkeling van kernwapens.
Washington is niet blij met de Russische nucleaire hulp aan Iran, al zei de Russische president Vladimir Poetin vorige week tegen zijn Amerikaanse ambtgenoot George Bush zeker te weten dat de nucleaire ambities van Iran uitsluitend gericht zijn op het opwekken van kernenergie.
Diplomaten bij het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) in Wenen hebben zaterdag gezegd dat Iran waarschijnlijk al sinds het einde van de jaren ’80 over de basiskennis beschikt die nodig is voor het verrijken van uranium. Iran zou de kennis hebben verworven via het nucleaire netwerk van de Pakistaanse atoomgeleerde Abdul Qadeer Khan. Dat berichtte gisteren ook de Amerikaanse krant The Washington Post op grond van uitspraken van Amerikaanse regeringsfunctionarissen en internationale diplomaten.
Volgens de zegslieden hadden medewerkers van Khan in 1987 een geheime ontmoeting met Iraanse functionarissen, die resulteerde in een aanbod om Teheran te helpen met de ontwikkeling van kernwapens.
Khan stal gedurende zijn verblijf in Nederland in de jaren zeventig moderne nucleaire technologie.
Iran, dat toen nog in oorlog was met Irak, kocht volgens de krant tekeningen voor een atoomcentrifuge en instrumenten voor het verrijken van uranium. De Iraanse regering zei onlangs tegenover het IAEA dat zij afzag van de mogelijkheid om gevoelige apparatuur te kopen voor de bouw van een kernbom.
Volgens de zegslieden zijn er aanwijzingen dat Teheran Khans aanbod als richtlijn gebruikte om elders onderdelen te verkrijgen voor een kernwapenprogramma.
Vorige maand werd bekend dat Khan, die bij de ultracentrifugefabriek Urenco in Almelo werkte, veel meer modernere nucleaire technologie had gestolen dan eerder werd aangenomen. Zo zou hij de beschikking hebben gekregen over het moderne ultracentrifugeprogramma 4M. De ultracentrifuges in Iran, en ook Libië, zouden op deze kennis zijn gebasseerd. Khan bekende vorig jaar al dat hij atoomgeheimen heeft doorverkocht aan landen als Iran, Libië en Noord-Korea.