Beleid transgenders verdient heroverweging
Het duurde even, maar nu komt ook in ons land langzaam maar zeker de discussie op gang over de vergaande gevolgen van transitie. De aanleidingen daartoe zijn niet fraai. Steeds vaker komen er berichten naar buiten dat transgenders spijt hebben van de transitie.
Deze week maakte EenVandaag wereldkundig dat de 25-jarige Sam (pseudoniem) het Amsterdamse UMC, waar de genderkliniek van het VU Medisch Centrum is ondergebracht, aansprakelijk stelt voor een onjuiste diagnose. Sam kreeg een aantal jaren geleden de diagnose genderdysforie: onvrede met het geslacht waarmee hij is geboren en opgegroeid. De afgelopen jaren gaf Sam toestemming voor de transitie. Hij kreeg vrouwelijke hormonen toegediend en onderging enkele cosmetische operaties. Het vrouw-zijn bracht Sam echter niet het geluk en zelfvertrouwen waarop hij hoopte. Zijn depressieve klachten verergerden zelfs. Hij ging zich afvragen of hij het juiste besluit nam. Op zijn 22e, kort voor de geslachtsveranderende operatie, besloot hij het transitieproces stop te zetten.
Sam vindt dat de behandelaars van de genderkliniek veel beter hadden moeten onderzoeken of hij wel leed aan genderdysforie. De behandelaars hadden voorzichtiger moeten zijn en hem niet alleen moeten aanmoedigen om te kiezen voor geslachtsverandering. Sam vindt dat er fouten zijn gemaakt en hij eist een schadevergoeding.
Wie dit aangrijpende verhaal op zich in laat werken, kan niet anders concluderen dan dat het beleid ten aanzien van transgenders fundamenteel op de schop moet. Kennelijk misvormen we met de huidige manier van werken ook mensen en maken we ze alleen maar ongelukkiger. Daarin ligt een belangrijke taak voor het nieuwe kabinet.
De Tweede Kamer heeft door het aanvaarden van een NSC-motie uitgesproken dat de verruiming van de Transgenderwet, waarbij jongeren vanaf 16 de mogelijkheid krijgen om hun geslacht in hun paspoort te wijzigen –ook als ze geen geslachtsveranderende operatie hebben ondergaan–, ingetrokken moet worden. Het intrekken van deze wet is een mooi eerste begin.
Het nieuwe kabinet zou eens zijn licht op kunnen steken bij het Verenigd Koninkrijk. Dat land liep voorop met geslachtsveranderende operaties. Ruim twee maanden geleden is daar met onmiddellijke ingang besloten om tieners geen puberteitsremmers meer te geven. Het aantal jongeren dat zich meldde voor transitie steeg in enkele jaren tijd van 50 naar 5000 per jaar.
Daarom is het goed dat er meer aandacht komt voor de onderliggende psychische oorzaken van genderdysforie. Het luistert hier nauw. De gezondheid, seksualiteit en vruchtbaarheid van veelal homoseksuele, autistische en getraumatiseerde jongeren is in het geding. Psychotherapie voor genderdysforie hoort niet in de taboesfeer, maar dient een regulier onderdeel te zijn van de gesprekken met jongeren die denken dat ze in het verkeerde lichaam zijn geboren.