Kosten dumpen lachgascilinders mogelijk verrekend in afvalheffing
Door het lachgasverbod dat op 1 januari 2023 van kracht werd komen veel lege lachgascilinders in de openbare ruimte en bij het restafval terecht. De rekening om dat probleem op te lossen komt op het bordje van gemeenten terecht en mogelijk ook bij burgers in de vorm van verhoogde afvalstoffenheffing. Dat schrijven onder meer de Nederlandse Vereniging voor Afval- en Reinigingsdiensten (NVRD) en afvalverwerkingsbedrijf Meerlanden in aanloop naar een gesprek in de Tweede Kamer donderdag over het onderwerp.
De brancheverenigingen melden dat op jaarbasis zo’n 375.000 lachgascilinders in de openbare ruimte terechtkomen en nog eens 92.000 bij het restafval. Volgens de NVRD kost het 17 miljoen euro per jaar om de cilinders te verwijderen en nog eens 60 miljoen om ze te sorteren. Sinds het lachgasverbod zit er geen statiegeld meer op de lachgascilinders. Hiervoor bedroeg het statiegeld vaak 30 euro per cilinder.
Daarnaast kunnen de cilinders ontploffen in de afvalverwerkingssystemen, wat gevaarlijk kan zijn voor mensen die in de afvalketen werken, aldus de brancheverenigingen. Eerdere ontploffingen hebben geleid tot schade aan voertuigen en installaties. De NVRD schat dat met die schade meegerekend de totale kosten van het dumpen van lachgascilinders uitkomt op 100 miljoen euro per jaar.
De NVRD meldt alleen dat de extra kosten van de lachgascilinders kan leiden tot een verhoging van de afvalstoffenheffing voor burgers. Volgens Meerlanden komen de totale extra kosten voor de lachgascilinders in het afval uit op 70 euro per ton afval, wat neer kan komen op een stijging van 20 à 30 euro op de afvalstoffenheffing.
De brancheverenigingen willen onder meer gecompenseerd worden voor de extra kosten en geleden schade en dat er weer een financiële prikkel komt voor mensen om de cilinders op de juiste manier in te leveren.