Topwetenschappers hekelen voorgenomen onderwijsbezuinigingen
Een groep van 78 topwetenschappers waarschuwt voor de bezuinigingsplannen die het nieuwe kabinet heeft voor het wetenschappelijk onderwijs. Het voornemen om vanaf 2026 215 miljoen euro per jaar te bezuinigen op de wetenschap brengt de banen van 1200 jonge academici in gevaar, schrijven ze in een open brief op NRC.nl. De wetenschappers zijn allen winnaars van de Spinoza- en Stevinpremies, die wel de Nederlandse Nobelprijzen worden genoemd.
Het gaat om een bezuiniging op de zogeheten sectorplannen. Dit zijn landelijke afspraken tussen de universiteiten over de richting van het wetenschappelijk onderzoek. In 2022 zijn daar structureel middelen voor beschikbaar gesteld. Met dat geld zijn zo’n 1200 onderzoekers aangesteld op vaste contracten, schrijven de geleerden, die spreken van „een enorme vertrouwensbreuk tussen het nieuwe kabinet, het ministerie van OCW en het wetenschapsveld” en van „onbehoorlijk bestuur”.
„De 215 miljoen euro was nadrukkelijk bedoeld om hen bestaanszekerheid te bieden en de stapeling van tijdelijke contracten te voorkomen”, staat in de brief. Universiteiten hebben volgens schrijvers geen geld om de jonge wetenschappers zelf te betalen en „deze aanstellingen staan hiermee op de tocht”.
De bezuinigingen getuigen volgens de wetenschappers bovendien van „kortzichtigheid”. Ze verwijzen naar berekeningen van de Rabobank waaruit zou blijken dat de bezuinigingen ruim twee keer zoveel kosten aan misgelopen economische groei als ze opleveren. „Wij dringen er derhalve bij het nieuwe kabinet op aan van deze heilloze bezuiniging af te zien”, besluiten ze hun brief.