„Zorg voor jeugd in gevang moet beter”
Minister Donner van Justitie wil de psychiatrische zorg in de vijftien jeugdgevangenissen in Nederland snel verbeteren. Een vrijdag gepubliceerd rapport van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) kraakt de zorg zoals die momenteel wordt verleend. Donner zegde toe de vele aanbevelingen waar mogelijk uit te voeren.
Hij moet dat snel doen, vindt de Tweede Kamer, want de problemen zijn ernstig en ook al langer bekend. De inrichtingen zitten boordevol jongeren met psychische problemen. Naar schatting 70 procent van de opgesloten jeugd heeft stoornissen, waarbij ook aanpassings- en gedragsstoornissen zijn meegeteld. Worden ze professioneel aangepakt, dan zijn ze misschien nog te redden, aldus inspecteur-generaal Kingma.
Zijn eigen dienst constateerde dat dat tot nog toe niet goed gebeurt. Er is veel te weinig geschoold personeel, de stoornissen worden te laat ontdekt en de behandeling beperkt zich te vaak tot medicijnen. Formeel moeten er minimaal één verpleegkundige en één psychiater op ongeveer vijftig jeugdigen werken. Die bezetting wisselt sterk per instelling.
Volgens de inspectie zijn er wel voldoende gedragswetenschappers in de justitiële jeugdinrichtingen, maar zijn die niet goed inzetbaar voor de behandeling. Ze zijn veelal bezig met het coachen van het personeel. Ook op het medicijnenbeleid valt veel af te dingen. In vijf inrichtingen worden medicijnen voorgeschreven door de huisarts in plaats van de psychiater. Soms gebeurt dat zelfs zonder dat de arts zijn patiënt ziet.
De instellingen zijn in de ogen van de inspectie juist weer te voorzichtig als het gaat om gedwongen medicatie. Ze stoppen jongeren met een psychose liever in een isoleerruimte dan dat ze een medicijn geven. Terwijl lang opsluiten niet helpt en soms juist extra schade veroorzaakt. Bij het insluiten houdt het personeel zich te weinig aan de richtlijnen.
Niemand reageerde vrijdag verbaasd op de harde conclusies van de inspectie. Ook gevangenisarts Kuenen niet. „De corebusiness van het gevangeniswezen is het opsluiten van mensen. Als arts ben je in die wereld een vreemde eend in de bijt”, zei hij. De gebrekkige gezondheidszorg in de gevangenissen leidde drie jaar geleden al tot het project Verantwoorde Medische Zorg (VMZ) van de Dienst Justitiële Inrichtingen.
Volgens Kuenen, die tevens voorzitter is van de Landelijke Vereniging voor Penitentiaire Geneeskunde, leidt het project tot een enorme inhaalslag om de kwaliteit van de zorg in de instellingen op peil te brengen. „Met het VMZ is een veranderingsproces in gang gezet dat ook bij de jeugdinstellingen zou kunnen werken.”
De Tweede Kamer dringt ook aan op spoed. PvdA-kamerlid Kalsbeek verwijt Donner een „buitengewoon misplaatste” reactie op het rapport. Die stelde dat gevangenissen nu eenmaal geen psychiatrische inrichtingen zijn. „Donner geeft er geen blijk van dat hij weet wat daar speelt”, aldus Kalsbeek. Ook Cörüz van het CDA drong aan op snelheid om te komen tot adequate zorg.
In ieder geval moeten de vijftien directeuren van de justitiële jeugdinrichtingen van Donner voor 15 maart hun eigen plan van aanpak hebben opgesteld. Hijzelf komt binnenkort ook met een plan van aanpak om de vele gedragsgestoorde niet-criminele jongeren weg te halen bij de veroordeelde jongeren.