Het was voor het eerst dat de koning Nepalese media te woord stond sinds hij de regering 1 februari naar huis stuurde en de noodtoestand uitriep. In de krant riep hij de maoïstische rebellen in zijn land op vredesbesprekingen te gaan voeren. Over de opschorting van de militaire hulp van India en Groot-Brittannië haalde hij de schouders op.

Krachtens de noodtoestand zijn de burgerrechten in Nepal opgeschort. Tientallen politici van de oppositie zijn opgepakt of ondergedoken en de media worden streng gecensureerd. Vrijdag zijn echter zes gevangenen die zonder aanklacht vastzaten, vrijgelaten. Onder hen waren Hom Nath Dahal, die minister was in de ontslagen regering; communistenleider Pradip Nepal; oud-ambassadeur Lok Raj Baral; en Bishnu Nisthuri, algemeen secretaris van de journalistenbond van Nepal.

Gyanendra zei dat hij door de corruptie onder politici en het onvermogen van de regering om de opstand te bedwingen, gedwongen was de macht naar zich toe te trekken. In een gesprek met een twaalftal Nepalese journalisten beloofde hij binnen drie jaar de democratie te herstellen. „Als het kan, zal ik die periode zeker inkorten”, zo haalde The Kathmandu Post de woorden van de koning aan. Het hangt er onder meer van af „of de terroristen getemd zijn.”

De koning gaf aan dat er wel toekomst is voor een meerpartijendemocratie in Nepal. „Wanneer de politieke partijen duidelijk stelling nemen tegen terroristen en terrorisme, dan kunnen wij samen vooruitgang boeken. Ik ben mij ervan bewust dat de politieke partijen mee moeten worden genomen.”

Van de internationale kritiek op zijn stap trok Gyanendra zich weinig aan. „Zij moeten zeggen wat zij zeggen en wij moeten doen wat wij doen.” Maar hij zei niet te kunnen begrijpen waarom andere landen niet willen helpen als hij ervoor kiest de democratie te beschermen en terrorisme te bestrijden. „Onze doelstellingen zijn dezelfde. Wij zullen elkaar ergens vinden. Maar wij hebben misschien verschillende wegen gekozen om dat doel te bereiken.” Volgens waarnemers kan Nepal de opstandelingen niet zonder buitenlandse militaire hulp verslaan.