Koningin Beatrix in Paleis Huis ten Bosch wordt de achterbuurvrouw, de elite van Wassenaar woont ook niet ver weg. Reigersbergen is een landgoed met een rijke historie, letterlijk en figuurlijk. Tot 1943 stond er op de buitenplaats een witgeschilderd landhuis, maar dat moest verdwijnen om de Duitsers een vrij schootsveld te geven voor hun V1- en V2-lanceerinstallaties.

Sindsdien is Reigersbergen aan het aftakelen. De kruidentuin van de voormalige landhuisbewoners werd een commerciële kwekerij. De tuinder werd vorig jaar uitgekocht door Toyota-importeur Louwman en heeft zijn kwekerij verlaten. Daardoor is het er nu een rommeltje. Betonplaten en zwart zeil zijn overwoekerd door onkruid. De achtergelaten coniferen staan schots en scheef door elkaar. De ruiten van de kassen zijn allang aan diggelen.

De plannen van Louwman met deze woestenij zijn groots. Zijn manager R. Kooyman laat met enige trots een speciale brochure zien met daarin het ontwerp voor het nieuwe automuseum. „Architect is Michael Graves, bekend van zijn aandeel in De Resident, een hoog gebouw in de Haagse binnenstad.” Het U-vormige gebouw oogt aan de voorkant als een modern paleis.

In het museum moeten 150 topwagens komen uit de privé-collectie van Louwman. De auto’s bevinden zich nu nog in zijn museum in Raamsdonksveer. Kooyman: „We willen de meest waardevolle auto’s naar Den Haag brengen, samen met de auto-gerelateerde kunstcollectie. Die is hier niet zichtbaar, maar in het nieuwe museum willen we daar een belangrijke plaats voor inruimen.”

De Haagse wethouders Stolte en Bruins toonden zich vrijdagmorgen enthousiast over de plannen. Op een speciale persconferentie legden zij uit waarom. „Het is een verrijking van het museale aanbod in Den Haag, te vergelijken met het museum Beelden aan Zee en het Escher Museum aan het Lange Voorhout.” De wethouders vragen de gemeenteraad in te stemmen met de komst van het automuseum.

Negen Haagse milieu- en bewonersorganisaties vinden echter dat de raad hierover geen besluit mag nemen. „Laat eerst de provincie hier maar eens goed naar kijken”, zegt A. de Ruiter van het Haags Milieucentrum namens de organisaties. „Het museum op die plek druist in tegen zes net vastgestelde plannen, waaronder het bestemmingsplan en het streekplan. Maar Den Haag wil zo’n publiekstrekker natuurlijk graag binnenhalen.”

Volgens De Ruiter is zowel de provincie als de welstandscommissie negatief over het nu voorliggende plan. „Het is gewoon te groot, te dominant voor deze locatie. Hier past een landhuis met een mooie uitstraling naar alle kanten. De voorkant van het geplande museum heeft dat wel, maar aan de zijkanten en de achterkant lijkt het net een fabriekshal.”

Manager Kooyman relativeert de kritiek. „De welstandscommissie wil een aantal aanpassingen in ons voorontwerp. De architect is al aan het werk gezet om de achterkant wat minder monotoon te maken. Ik verwacht dat hij volgende week met een nieuw ontwerp komt.”

Bewoners van de aangrenzende wijken Marlot en Mariahoeven maken zich vooral zorgen om de toenemende verkeersdrukte. Woordvoerder De Ruiter: „Wij verwachten minimaal 60.000 bezoekers per jaar. Dat zal tot verkeersopstoppingen leiden op de N44 naar Wassenaar.”

Kooyman maakt zich ook over het verkeer niet druk. „In Raamsdonksveer ontvangen we 21.000 bezoekers per jaar. In Den Haag zullen dat er maximaal 50.000 zijn. Bovendien is er al een afslag van de N44 vlak bij de locatie. Auto’s rijden zo de parkeerplaats op.” De Ruiter: „Die parkeerplaats is veel te klein. Bezoekers gaan zoeken naar een plekje voor hun auto en veroorzaken daardoor gevaarlijke situaties.”

Een andere locatie is voor initiatiefnemer Louwman niet bespreekbaar. Kooyman: „Dan zouden we naar een autoboulevard moeten gaan. Als je onze exclusieve collectie kent, is dat gewoonweg een belediging. We willen geen auto’s verkopen, zelfs geen hoge bezoekersaantallen halen. Het enige wat Louwman wil, is zijn verzameling bewaren voor het nageslacht. Dat het publiek daarvan mag genieten, is uniek.”