Kerk & religie

Trek mij

25 February 2005 20:20Gewijzigd op 14 November 2020 02:16

De bekering van Paulus was een wonderlijk werk. De mannen die met Paulus waren, stonden stomverbaasd, ziende de verandering in die man. Stel dat men de zon en de maan hun loop zag veranderen, dat ze opgaan in het Westen en ondergaan in het Oosten, tegen de loop van zoveel jaren in. Zou u zich dan niet verwonderen en denken: de wereld loopt op haar einde?Geen minder wonder is de bekering van een mens. De natuur van die kleine wereld wordt omgezet, zodat hij tegen zijn gewoonte, tegen zijn natuur in een tegenovergestelde weg gaat. Efraïm bekent hier in onze tekst dat deze wonderlijke en grote verandering niet het werk van een mens is, maar Gods werk. Het is alsof hij zegt: In mij is geen kracht om dat te doen. O, Vader der lichten, verlicht mij.

Maar, zult u zeggen, als Efraïm zo onbekeerd en boos was, hoe kon hij dan om zo’n zaak bidden? Zij waren nu getuchtigd en hadden nu die kracht en genade van God ontvangen, maar wisten dat dit niet genoeg was. Daarom bidden zij tot God, Die dit goede werk in hen was begonnen. Efraïm, die zo ver is gekomen, kan zichzelf niet bekeren. Dat lied had ook de geestelijke bruid van haar Bruidegom geleerd: „Trek mij”, zegt ze, „wij zullen U nalopen.” (Hooglied 1:4). Schep mij een rein hart, o God. Een rein hart te geven, is het werk van Hem die Schepper is van hemel en aarde. Hij Die elk hart geformeerd heeft, is Degene die het alleen ook weer herscheppen kan.

Jacobus Borstius, predikant te Rotterdam. (Verborgenheid der Godzaligheid, 1659)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer