Hoge stikstofuitstoot stuwt ook lachgas naar recordhoogte
De wereldwijde uitstoot van het krachtige broeikasgas N2O, beter bekend als lachgas, is in vier decennia met 40 procent gestegen. De toename hangt nauw samen met de stikstofuitstoot van de landbouw, schrijft een internationale groep wetenschappers in een woensdag verschenen publicatie. „Het stikstofprobleem gaat verder dan bodemverontreiniging”, zeggen onderzoekers van de Universiteit Utrecht (UU) die meewerkten aan de studie.
Lachgas is de populaire benaming voor distikstofmonoxide. Het is na koolstofdioxide (CO2) en methaan (CH4) een van de gassen die het meest bijdragen aan de opwarming van de aarde. Toch is er minder aandacht voor.
Volgens de onderzoekers veroorzaakt de landbouw, vooral via kunstmest en dierlijke mest, veruit de grootste bijdrage aan de lachgasuitstoot door menselijke activiteiten: 74 procent. Dat gebeurt doordat microben in de grond stikstofoverschotten die niet worden opgenomen door gewassen opnemen en omzetten naar lachgas.
„Dit onderzoek toont eens te meer de breedte aan van het stikstofprobleem”, stelt hoogleraar Lex Bouwman van de UU. In het stikstofdebat draait het vooral om de effecten van stikstof op de lokale natuur. Dat te veel stikstof in de bodem uiteindelijk ook bijdraagt aan de opwarming van de aarde, „daar heeft de Nederlandse politiek nog niet eens over nagedacht”, zegt Bouwman.
De cijfers die woensdag zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Earth System Science Data, zijn volgens de onderzoekers de meest uitgebreide tot dusver.