Oppositie valt nieuwe coalitiepartijen aan op zorgbezuinigingen
Oppositiepartijen zien weinig positiefs in de plannen op het gebied van zorg in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB. Het debat over de zorgbegroting van volgend jaar drijft regelmatig af naar de bezuinigingen op de zorg die de nieuwe coalitiepartijen hebben afgesproken. SP, GroenLinks-PvdA en D66 zijn niet te spreken over bezuinigingen op onder meer preventie, de ggz en gehandicapten- en ouderenzorg.
De nieuwe coalitie zit volgens Daniëlle Jansen (NSC) met de „rekening van het demissionaire kabinet, waardoor wij genoodzaakt zijn om te bezuinigen”. Sarah Dobbe (SP) vindt dat NSC op deze manier wegduikt voor de keuzes die gemaakt zijn in het hoofdlijnenakkoord. Het Kamerlid vreest „dat er zo meteen allemaal misstanden plaatsvinden, dat de tekorten in de zorg nog groter worden, dat we allemaal verhalen krijgen van gehandicaptenzorginstellingen of verpleeghuizen waar het allemaal echt niet meer gaat.”
De nieuwe coalitie bezuinigt ruim 1,1 miljard per jaar op de langdurige en curatieve zorg. Onder dat laatste vallen bijvoorbeeld bezuinigingen op de wijkverpleging. Aan de andere kant willen de nieuwe coalitiepartijen jaarlijks 600 miljoen euro extra steken in de ouderenzorg en wordt het eigen risico gehalveerd.
Wieke Paulusma (D66) vindt het „onbestaanbaar dat de botte bijl op preventie gaat”. De zorg wordt volgens de parlementariër duurder en de wachtlijsten langer door bezuinigingen op beleid om te voorkomen dat mensen ziek worden. Dat rekent ze NSC aan, dat in zijn verkiezingsprogramma „prat” gaat op preventie. De noodzaak tot bezuinigingen vindt ze geen excuus, omdat ook daarin keuzes kunnen worden gemaakt.
Jansen heeft „goede hoop en vertrouwen” dat met minder geld „nog heel veel mogelijk is”. Meer geld leidt bovendien niet tot betere zorg, zegt het NSC-Kamerlid. Ze wijst erop dat onder bewind van het nu vertrekkende kabinet veel problemen zijn ontstaan in de zorg. Ook ziet ze meer in de houding om de zorg ondanks de bezuinigingen zo goed mogelijk te houden. Naar eigen zeggen hebben veel zorgorganisaties haar met deze boodschap benaderd.
Het is een „doel” van Judith Tielen (VVD) om de zorgkosten „enigszins beheersbaar” te houden, zodat ook de zorgpremie niet stijgt. „Dat betekent dat je heel scherp moet kijken naar wat nodig is […] en of het geld dat je begroot ook daadwerkelijk goed terechtkomt”, verdedigt ze de keuzes in het hoofdlijnenakkoord.