De motie was tijdens de Statenvergadering vrijdag ingediend door de fracties van CDA, BBB, VVD, JA21, ChristenUnie en SGP. In een toelichting op de motie zei CDA-fractievoorzitter Hannie Kool dat de PAS-melders al langere tijd in onzekerheid leven en dat er geen zicht op een oplossing lijkt te zijn. „We roepen het college van Gedeputeerde Staten op niet langer af te wachten, want het Rijk levert niet”, zei Kool.

Onder meer PvdA-GroenLinks en D66 steunden de motie niet. D66-fractievoorzitter Wouter Versluijs zei dat er een opgave ligt om de stikstofuitstoot te verminderen en dat een generaal pardon voor de PAS-melders die opdracht moeilijker kan maken.

Gedeputeerde Wilfried Nielen (natuur) erkende dat de kwestie van de PAS-melders een „moeilijk dossier is”, dat niet eenvoudig is op te lossen. Hij voegde eraan toe dat de landsadvocaat eerder heeft geconstateerd dat het geven van een generaal pardon aan de PAS-melders een lastig verhaal is, maar dat het aan de Staten was om een motie in te dienen. Voor PvdA-GroenLinks was de eerdere constatering van de landsadvocaat een belangrijke reden om tegen de motie te stemmen, ook al heeft de partij oog voor de problemen van de PAS-melders, zei Statenlid Ay Ling Van der Spek-Thung.

PAS-melders hadden onder het oude stikstofbeleid geen vergunning nodig. Zij konden door de beperkte omvang van hun bedrijf volstaan met een melding. De Raad van State zette vijf jaar geleden een streep door dat beleid.