Bergingsoperatie na aardverschuiving Papoea-Nieuw-Guinea gestopt
De bergingsoperatie na een enorme aardverschuiving in Papoea-Nieuw-Guinea is na bijna twee weken opgeschort. Er liggen mogelijk nog 2000 mensen onder losgekomen aarde en rotsen. De zoektocht naar hen is volgens de krijgsmacht „te gevaarlijk”. Er wordt gevreesd voor meer aardverschuivingen.
Het getroffen gebied is tot „no-go-zone” verklaard en wordt tot nader order afgezet, stelt majoor Joe Aku, een van de leidinggevende militairen ter plaatse. Dat betekent dat onder meer inwoners en autoriteiten er voorlopig niet naartoe kunnen.
De aardverschuiving vond op 24 mei plaats in een afgelegen en bergachtig gebied in de provincie Enga. Een compleet dorp werd bedolven. De regering van Papoea-Nieuw-Guinea schat dat 2000 mensen vermist zijn, volgens Aku zijn het er mogelijk 650. Tot dusver zijn slechts negen lichamen geborgen.
De aardverschuiving ontstond na hevige regenval en was volgens het Nationale Rampencentrum een van de dodelijkste rampen in de recente geschiedenis van Papoea-Nieuw-Guinea.