„We zijn steeds meer tegemoetgekomen aan wat de minister wil”, aldus Özkaya. „Dat moet een keer klaar zijn. We zijn nu op het punt beland dat we het maximale hebben bereikt van wat we zullen toegeven. De doelstelling van 100.000 sociale huurwoningen houden we vast, we zijn ervan overtuigd dat we die woningen nodig hebben voor onze inwoners. We komen niet verder als we elkaar alleen brieven blijven sturen, we moeten gaan bouwen. Dus laten we met het ministerie kijken welke instrumenten we dan wél kunnen inzetten om voor die 40 procent te zorgen. Anders is het voor ons niet acceptabel. We zitten met een reden in deze coalitie.”

Zuid-Holland wilde vastleggen dat het bij nieuwbouwplannen kan eisen dat 40 procent van de huizen voor de sociale huur is, met name in gemeenten die achterlopen bij de landelijke afspraak van 30 procent. GroenLinks-PvdA, BBB, VVD en CDA spraken dat vorig jaar af in hun coalitieakkoord. De Jonge denkt echter dat de bouw hierdoor moeilijker van de grond komt. De minister dreigde meermaals juridische instrumenten in te zetten als Zuid-Holland zich niet houdt aan zijn wensen.

De provincie deed diverse tegemoetkomingen, maar die waren voor De Jonge vooralsnog niet genoeg om zijn dreigement in te trekken. Afgelopen maand stuurde de demissionaire minister opnieuw een stevige brief, waarin hij vooral benadrukte af te willen van de 40 procent-norm. Het Zuid-Hollandse college liet eind vorige week weten dat percentage uit het omgevingsbeleid te willen halen, op voorwaarde dat de minister een andere manier heeft om alsnog de bouw van sociale huurwoningen te stimuleren.

„De provincie Zuid-Holland toont echt ambitie om uit de nijpende wooncrisis te komen”, aldus Özkaya. „Het zou een flater zijn als de minister nu nog steeds niet positief reageert. We rekenen op het Rijk.” De Jonge komt volgens zijn woordvoerder snel met een schriftelijke reactie.