Klimaatdenktank: overheden verwachten te veel van verwijdering CO2
Veel landen vertrouwen in hun klimaatplannen te veel op toekomstige mogelijkheden om CO2 uit de atmosfeer te halen. Daarmee brengen ze het veiligstellen van het belangrijkste doel, de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden houden, in gevaar. Die conclusie trekt de wetenschappelijke denktank Climate Action Tracker (CAT) na een analyse van het klimaatbeleid van grote uitstoters, waaronder de VS, China en de Europese Unie.
CAT heeft onderzocht welke rol in de langetermijnplannen van de EU en 27 landen daarbuiten is weggelegd voor het verwijderen van broeikasgassen. Veel landen die zich ten doel hebben gesteld om de uitstoot op termijn naar ‘netto nul’ te krijgen, willen daarop inzetten, naast het daadwerkelijk verminderen van hun uitstoot. In de meeste plannen moet dat gebeuren door nieuwe bossen aan te planten, of andere natuurgebieden de ruimte te geven.
Daarnaast vestigen landen steeds meer hoop op technieken om CO2 uit de lucht te verwijderen die nog volop in ontwikkeling zijn. De kosten zijn vooralsnog ook hoog, met zo’n 400 euro per ton CO2. Ter vergelijking: om een ton van het broeikasgas uit te mogen stoten, moeten bedrijven in de EU momenteel ongeveer 75 euro betalen.
De onderzochte landen streven naar ‘netto nul’ uitstoot, meestal in 2050 (China in 2060). Hun daadwerkelijke uitstoot vermindert niet meer dan 80 tot 85 procent, becijferen de onderzoekers. Om op nul uit te komen, moet het overige deel komen van CO2-verwijdering. De kans op succes is daar vaak onzeker. Technologieën zijn nog niet volwassen en bij bossen bestaat bijvoorbeeld het risico op branden, waarbij de opgeslagen CO2 weer de lucht in gaat. Juist in een opwarmend klimaat stijgt het risico op zulke branden. Ook is voor herbebossing slechts „beperkt land beschikbaar”.