Vrouw vermoorde campingeigenaar stopt met bedrijf
Karin van Rossum, de vrouw van de campingbeheerder die vorig jaar in Sint Agatha werd doodgestoken, stopt na het komende seizoen met de onderneming. „Praktisch is het onmogelijk om dit in je eentje te doen. Ik heb heel egoïstisch voor mezelf gekozen”.
Dat zei Van Rossum donderdagmorgen in Zeewolde tijdens een congres over het bestrijden van agressie en geweld in de recreatiebranche. De Messemaker, het recreatieoord waar de 43-jarige André van Rossum in mei 2004 werd doodgestoken door een inbreker, is verkocht en maakt plaats voor woningen.
Het onderzoek naar de dader zit op een dood spoor. „Ik kan niet zeggen dat het goed met me gaat. Naar omstandigheden gaat het redelijk”, bekende de weduwe van de campingondernemer. Ze was door de vereniging van Nederlandse recreatieondernemingen (Recron) uitgenodigd om te vertellen over haar ervaringen tijdens het congres, waar ook het officiële startsein werd gegeven voor een landelijke campagne tegen geweld in de recreatiebranche.
De man van Van Rossum werd vorig jaar vermoord bij het begin van het zomerseizoen, de drukste periode voor campingondernemers. Vrij snel stortte Karin van Rossum zich weer op het werk. „Je gaat door, schakelt je gevoel even uit. Ik heb veel hulp gehad van familie, vrienden en kennissen. Ook gasten boden hulp aan”, zei Van Rossum.
Na verloop van tijd werd het minder met de hulp. Van Rossum: „Dan sta je er helemaal alleen voor. Op een bepaald moment moest ik met een heel ziek kind van een gast naar de dokter, en stonden m’n kinderen de broodjes te bakken. Dat kan natuurlijk niet”.
Van Rossum en haar kinderen krijgen inmiddels professionele hulp bij het verwerken van het drama. Aan collega’s die slachtoffer worden van geweld geeft ze het advies om zo snel mogelijk dergelijke ondersteuning te regelen. Eigenaren van relatief kleine ondernemingen, zoals die van haar en haar man, zijn doorgaans niet geneigd om dat te doen. „Je houdt problemen binnenskamers, probeert het allemaal zelf op te lossen”, verklaart van Rossum.
Na de moord op haar man heeft Van Rossum gemerkt dat de gasten zich iets anders opstellen richting haar. „Met name de vaste gasten zijn een beetje voorzichtiger geworden. Ze proberen me een beetje met rust te laten”.
Van Rossum vindt driekwart jaar na de dood van haar man dat ze alerter hadden moeten reageren na eerdere criminele incidenten op de camping. „Ik kan daar een boek over schrijven. Wat mijn man is overkomen, had al veel eerder kunnen gebeuren. Mijn advies is nu: meldt alles, ook de kleine criminaliteit”. Ze is kritisch over de politie. „Het afgelopen jaar heb ik nog een keer gebeld met de politie toen een verdacht persoon de camping op wilde. Ze zeiden dat er een surveillanceauto was gestuurd. Die wagen moet nog steeds komen”.
In het afgelopen jaar zegt Van Rossum veel steun te hebben gehad van collega’s en anderen die meer dan duizend kaartjes en brieven stuurden. In de gewelddadige dood van haar man ziet ze geen reden om te veronderstellen dat de criminaliteit de laatste jaren is toegenomen. „Er zijn altijd minder aardige en zelfs agressieve mensen geweest. Dat is door de jaren niet veranderd”.