„We harken de tuin in Nederland aan”
De adviezen van de stuurgroep Biesheuvel II moeten het begin inluiden van een nieuw tijdperk voor de kottervisserij, aldus voorzitter J. Loonen van het Productschap Vis. Hij is lid van de stuurgroep die woensdag zijn rapport presenteerde.
De resultaten in de platvissector staan al jaren onder druk. Opeenvolgende quotadalingen zorgen voor lagere opbrengsten, hogere olieprijzen en meer kosten. Het aantal kotters blijft echter nagenoeg hetzelfde.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Productschap Vis hebben 2,5 jaar geleden aan voormalig minister E. Nijpels gevraagd onderzoek te doen naar de toekomst van de sector. In 2003 presenteerde Nijpels een tussenrapport en gisteren rolde het definitieve rapport van de pers.
De stuurgroep is niet de enige instantie die onderzoek doet. Diverse werkgroepen werken al voorstellen uit en komen binnenkort met adviezen over bijvoorbeeld motorvermogen en netvoorzieningen. Verder neemt adviesbureau Rost & Co op dit moment de hele keten onder de loep.
In de stuurgroep zitten vertegenwoordigers uit de hele sector, onder wie J. Loonen van het Productschap Vis. Volgens hem is het rapport unaniem totstandgekomen.
vraag (u14(Betekenen deze adviezen het begin van het einde voor de sector?
„Integendeel, we staan aan het begin van een nieuw tijdperk voor de kottervisserij. Door de quotareducties van de afgelopen jaren komen zowel vissers als afslagen in de problemen. Wij zoeken naar een gezonde situatie, waarbij ook duurzaamheid en stabiliteit een rol spelen. Binnen de Europese Unie willen we een voorbeeldfunctie vervullen door in Nederland eerst zelf de tuin aan te harken. We zullen minister Veerman er vervolgens aan houden dat andere EU-landen ook maatregelen nemen.”
vraag (u14(Hoe zullen vissers reageren op deze adviezen?
„Van oorsprong ben ik agrarisch ondernemer, ik weet dus hoe de ondernemers zich voelen. Er zijn vissers die het niet makkelijk hebben en toch willen blijven vissen. Voor hen is dit geen prettig geluid. Het komt echter niet als een verrassing. De sector wist dat de stuurgroep bezig was met zijn rapport.”
vraag (u14(Het rapport spreekt van een aanzienlijke sanering van de kottervloot. Kunt u concrete getallen noemen?
„Als we kijken naar de reductie van de quota van de verschillende platvissoorten, dan zal de vloot 20 procent moeten krimpen. Het saneringsplan is echter nog niet klaar. Het rapport van bureau Rost & Co zal hiervoor als basis kunnen dienen.”
vraag (u14(Het aantal afslagen moet terug naar drie of vier. Welke gaan dan verdwijnen?
„Binnen de kottervisserij werken veel afslagen al met elkaar samen. Eigenlijk zie je nu vier samenwerkende partijen. Zo zijn Vlissingen en Breskens gefuseerd en werkt Den Helder samen met Wieringen. De afslag van Stellendam werkt al samen met Colijnsplaat en Scheveningen en voert gesprekken met IJmuiden. De grootste afslag, Urk, heeft een sterke binding met Harlingen.”
vraag (u14(Samenwerking is toch niet hetzelfde als reductie?
„De afslagen zullen zichzelf moeten bewijzen. De stuurgroep adviseert bundeling op economische gronden en heeft niet het doel geforceerd afslagen te sluiten. Verder spelen er ook belangen van gemeenten en provincies. Zij kunnen eventueel bijspringen als een financieel tekort dreigt te ontstaan.”
vraag (u14(De stuurgroep pleit voor meerjarenquota. De sector vraagt hier al jaren tevergeefs om.
„We hebben geen garanties, maar neem van mij aan dat Nijpels wel gesproken heeft met mensen van het ministerie. Verder heeft Veerman gezegd dat de besluiten die de Europese visserijministers in december in Brussel hebben genomen, uitzicht bieden op stabielere vangsthoeveelheden.”
vraag (u14(Voor al deze plannen is geld nodig. Minister Veerman zei eind januari nog geen cent te hebben. Waar moet het vandaan komen?
„We willen graag een gereguleerde afbouw in plaats van een koude sanering. Daarvoor is inderdaad geld nodig, dat er volgens de minister niet is. Maar heeft u ooit een minister horen zeggen dat hij wel geld heeft?”