Gemeenten en de provincie hebben onder meer afgesproken hoeveel elektriciteit maximaal in elke gemeente kan worden opgewekt met wind en welke locaties geschikt zijn voor het plaatsen van windturbines. Commerciële bedrijven en windcoöperaties kunnen hiervoor aanvragen indienen. De provincie bekijkt vervolgens of de aanvraag geschikt is. „Zonder afspraken met gemeenten zouden windturbines op allerlei plekken mogelijk zijn”, schrijft Overijssel. Op een kaartje van de provincie is te zien waar windmolens kunnen komen.

In 2021 maakten gemeenten en de provincie afspraken over de hoeveelheid energie die er in Overijssel in 2030 opgewekt moet worden met wind. Om aan die afspraken te voldoen, moeten er ongeveer negentig extra turbines bij komen. Op dit moment staan er in West-Overijssel 32 windturbines en in Twente nul.

De Twentse gemeenten Enschede, Dinkelland en Wierden hebben om uiteenlopende redenen geen afspraken gemaakt over mogelijke locaties en het aantal windturbines. Het provinciebestuur heeft daarom nu zelf bepaald dat per gemeente maximaal 80 gigawattuur (GWh) kan worden opgewekt, wat neerkomt op vier turbines. „Zo is ook hier grip op de aanvragen die binnenkomen, al kunnen deze niet getoetst worden aan voorkeursgebieden van de gemeente zelf”, aldus de provincie. In Oldenzaal komt geen enkele windturbine, omdat volgens De Bree is vastgesteld dat hier technisch gezien geen ruimte voor is in die gemeente.

Alle afspraken tellen op tot 2,275 terawattuur (TWh), meer dan het voor 2030 vastgestelde doel van 2 TWh. De Bree houdt er rekening mee dat niet alle geplande windmolens er daadwerkelijk komen. De gedeputeerde heeft ook al gezegd dat het Overijssel waarschijnlijk niet gaat lukken om de klimaatdoelen uiterlijk in 2030 te halen, mede omdat er in een aantal gemeenten verzet is tegen windenergie.