Hij waarschuwde Milosevic dat hij in het huidige tempo in de 150 voor hem gereserveerde zittingsdagen slechts ruim honderd getuigen kan opvoeren. Milosevic wil met meer dan 1600 getuigen zijn gelijk aantonen.

Robinson suggereerde de beklaagde onder meer schriftelijke getuigenverklaringen te overleggen waarmee het verhaal van de getuige in grote lijnen voor de zitting reeds bekend is. Hij drong erop aan eindelijk gebruik te maken van de raadslieden die het Joegoslavië-tribunaal heeft aangewezen.

Milosevic was allerminst geïnteresseerd in de handige tips van Robinson. Hij beklemtoonde dat hij voor het publiek zijn onschuld zal aantonen en niet zoals „de andere zijde (de aanklagers) geheimzinnig doet en met tonnen paperassen schermt. Ik wil dat mijn getuigen voor het publiek getuigenissen afleggen en ik wil geen vrachtauto met papier uitladen”, aldus de energieke beklaagde. De raadslieden die het tribunaal aanstelde, erkent Milosevic niet. Hij beklemtoonde dat de twee het belang van het tribunaal dienen en niet zijn belang.

Rechter Robinson was wel blij met de kennelijk goede gezondheid van de beklaagde. Hij zei dat het klaarblijkelijk beter gaat met Milosevic nu die zijn verdediging voert. Artsen moeten onderzoeken of het om medische redenen ingestelde maximum van drie zittingsdagen per week niet kan worden opgevoerd. De magistraat dacht hardop aan elke maand drie weken van vier zittingsdagen per week.

Het Joegoslavië-tribunaal heeft woensdag de aanklacht tegen de gepensioneerde Bosnische legerleider Rasim Delic openbaar gemaakt. Hij wordt verantwoordelijk gehouden voor de moord op en verkrachting van Bosnisch-Servische en Kroatische krijgsgevangenen, waaraan buitenlandse vrijwilligers zich tijdens de Bosnische oorlog van 1992-1995 schuldig zouden hebben gemaakt. De 55-jarige Delic kondigde dinsdag voor de Bosnische televisie zijn overgave aan het tribunaal aan.

Vrijwilligers uit islamitische en Arabische landen kwamen vanaf 1991 naar Bosnië om zich aan te sluiten bij het door moslims gedomineerde leger, dat toen in een strijd gewikkeld was met zowel de door Joegoslavië gesteunde Bosnische Serviërs als een door Kroatië gesteunde Bosnisch-Kroatische militie.