Herdenkingsdagen brengen Israël van rouw naar hoop
Op 14 mei vierden we de 76e onafhankelijkheidsdag van de staat Israël. Wat normaal gesproken een feestelijke gelegenheid is, werd dit jaar overschaduwd door groot verdriet.
Naast onze dank voor de hernieuwde onafhankelijkheid van ons thuisland dachten we dit jaar aan de grote verwoesting die we als natie hebben ervaren en treurden we om meer dan 1200 slachtoffers van terreur die op 7 oktober werden vermoord. Hoe konden we de vrijheid van onze natie vieren nu 132 van onze broeders en zusters nog steeds worden gegijzeld door terroristen? Hoe konden we blij zijn met onze onafhankelijkheid terwijl vrienden en familie nog niet zijn teruggekeerd van het slagveld?
Onafhankelijkheidsdag volgt steevast op de nationale herdenkingsdag van Israël. Deze twee belangrijke dagen op de Israëlische kalender wakkeren debat aan: hoe kunnen we zo snel overgaan van verdriet naar viering? Deze twee dagen, met hun zeer verschillende karakter, komen samen door het bloed van onze soldaten en de slachtoffers van terreur die hun leven hebben opgeofferd voor onze natie.
Vers verdriet
Op de nationale herdenkingsdag gingen onze gedachten uit naar wat momenteel gaande is. De aanvallen door Iran en zijn terreurtrekpoppen Hamas, Hezbollah en de Houthi’s hebben Israël verenigd: één volk, verbonden door veerkracht in het aangezicht van een gruwelijke terreuraanval.
Dit jaar waren we tijdens de herdenkingsdag van Israël vervuld van vers verdriet. Maar te midden van de pijn hebben we veel om trots op te zijn. Als natie hebben we grote solidariteit, moed en kameraadschap getoond waarin alle burgers van Israël zijn betrokken. Ongeacht religie, politieke opvatting of maatschappelijke positie.
Toen de verschrikkelijke aanval van Hamas op Zuid-Israël werd uitgevoerd, reden burgers onverschrokken de vlammen in, niet ervan weg– om zoveel mogelijk levens te redden. Velen van deze helden hebben hun leven verloren in een poging anderen te redden. In de vroege uren van 7 oktober, toen duidelijk werd dat dit niet zomaar een aanval was, stonden jonge Israëli’s in het buitenland in de rij op luchthavens om terug te keren naar Israël en bij te dragen aan de verdediging van hun land.
Antisemitisme
Gedurende 2000 jaar hebben wij Joden Jeruzalem en het land van Israël herdacht in al onze gebeden, in tijden van viering en in tijden van rouw, totdat we de Joodse staat in ons thuisland konden herstellen. Nu antisemitisme wereldwijd opvlamt tot recordhoogtes, ervaren we door ons gedeelde lot een steeds intenser gevoel van eenheid als volk in de enige Joodse staat op aarde.
Ons jonge land heeft een rijke en kleurrijke geschiedenis. Binnen enkele decennia sinds de oprichting hebben we voor het Joodse volk een veilige haven gebouwd in zijn voorouderlijke land, hebben we een dynamische en diverse samenleving van burgers met uiteenlopende geloofsovertuigingen en achtergronden gecreëerd, hebben we een oud land veranderd in het land van innovatie en creativiteit, hebben we ooit vijandige buren tot bondgenoten gemaakt en hebben we bewezen dat we hier zijn om te blijven. Er zijn, naast veel successen, ook uitdagingen en conflicten geweest. Desondanks hebben we standgehouden en ons vertrouwen in onze natie en ons volk behouden, in de overtuiging dat onze toekomst in onze eigen handen ligt. En die bouwen we samen.
Verplichting
Hoewel onze vieringen dit jaar verre van vreugdevol waren en onze harten nog niet zijn geheeld, kijken we naar sterke Israëli’s, zoals Rachel Goldberg-Polin, moeder van Hersh, die nog steeds wordt gegijzeld in Gaza. Zij verkondigt haar mantra: hoop is een verplichting.
Israël is gebouwd op veel waarden en principes. Maar de waarde die altijd doorschijnt, ongeacht de tegenspoed, is onze collectieve hoop als natie dat we op een dag in vrede met onze buren zullen kunnen leven. Tot die tijd, en vooral nu, is hoop een verplichting die we nooit zullen opgeven.
De auteur is de ambassadeur van Israël in Nederland.