Het is voor het eerst sinds de oprichting van het Rwanda–Tribunaal in 1994 dat strafzaken in onderzoek aan de Rwandese autoriteiten zijn overgedragen. Volgens Jallow zijn de verdachten in kwestie nog niet opgepakt.

Het tribunaal is opgericht om de hoofdverdachten van de genocide te berechten. Bij de volkerenmoord in 1994 werden in circa honderd dagen tijd in het Afrikaanse land naar schatting 800.000 mensen afgeslacht. De slachtoffers behoorden voornamelijk tot de Tutsi–minderheid.

De huidige Rwandese president Kagame leidde elf jaar het Tutsi–rebellenfront, dat in juli 1994 een einde maakte aan het extremistische Hutu–bewind dat voor de moord op de honderdduizenden Tutsi’s en gematigde Hutu’s verantwoordelijk wordt gehouden.

Hoofdaanklager Jallow is sinds maandag in de Rwanda voor overleg met regeringsfunctionarissen. Er wordt bekeken hoe strafzaken van het tribunaal aan rechtbanken in Rwanda kunnen worden overgedragen. De VN–veiligheidsraad, die het Rwanda–Tribunaal in leven heeft geroepen, wil dat het tribunaal voor 2008 alle strafzaken afrondt.