RIVM: recycling zonnepanelen nu niet duurzaam, maar het kan wel
De manier waarop materialen uit afgedankte zonnepanelen worden gerecycled is nog allesbehalve duurzaam, maar er zijn betere technieken op komst. Volgens het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) moet het mogelijk zijn om binnen vijf jaar nieuwe technologieën toe te passen waarmee de grondstoffen veel beter van elkaar worden gescheiden en hergebruikt. De overheid moet dat dan wel aanmoedigen, adviseert het instituut.
Alle nieuwe manieren van verwerken die het RIVM heeft onderzocht „zijn duurzamer en beter voor het milieu dan wat we nu doen”. Op dit moment worden het glas, de zonnecellen zelf en het achterblad van de panelen vermalen. Het gruis wordt onder meer gebruikt in de fundering van wegen.
Zulk „laagwaardig gebruik” is zonde van de grondstoffen, vinden de onderzoekers. Het is ook mogelijk om het glas en het silicium uit de zonnecellen terug te winnen om daar weer nieuwe zonnepanelen mee te maken. „Dit is technologisch nog ingewikkeld, maar wel mogelijk”, stelt het RIVM vast.
De onderzoekers vragen ook aandacht voor gevaarlijke stoffen als lood en PFAS. Zo zit lood in het soldeermateriaal en PFAS in het achterblad van kunststof. Als dat wordt verbrand, kunnen de chemische stoffen vrijkomen en bijdragen aan de toch al forse PFAS-vervuiling.
Bij voorkeur wordt al in de ontwerpfase van zonnepanelen rekening gehouden met de toekomstige recycling. Ook dat kan de overheid stimuleren. Gevaarlijke stoffen zouden zo min mogelijk gebruikt moeten worden, vindt het RIVM. Ook dat is mogelijk, want zonnepanelen zonder lood en PFAS bestaan al.
