Rekenkamer: ambities stuiten op gebrek aan slagkracht overheid
De Algemene Rekenkamer maakt zich zorgen om de slagvaardigheid van de rijksoverheid. Aan politieke ambities ontbreekt het niet, maar door onder meer personeelstekorten, knellende regels en procedures, en verouderde systemen zijn ministeries en uitvoeringsorganisaties vaak niet in staat die ook waar te maken.
Het nu demissionaire kabinet had plannen om in drie jaar tijd bij elkaar 76 miljard euro extra uit te geven. Maar alleen al vorig jaar bleef meer dan 7 miljard euro „op de plank liggen”, constateert de Rekenkamer in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek. Daarin staat ook dat het financieel beheer bij de rijksoverheid is verbeterd.
Bijvoorbeeld de chaos bij het herstel van het toeslagenschandaal laat „op pijnlijke wijze” zien hoe beleid vastloopt in de uitvoering. Dat komt door te ingewikkelde regels, maar ook een gebrek aan menskracht. In vier jaar is het aantal vacatures bij de rijksoverheid verviervoudigd naar 32.000.
De Rekenkamer constateert verder dat ministeries slechts „matig inzicht” bieden in wat zij precies weten te bereiken met extra geld dat voor allerlei zaken wordt uitgetrokken. In hun jaarverslagen vermelden zij lang niet altijd welke resultaten zijn behaald.
„Verantwoordingsdag is resultatendag”, zegt president Pieter Duisenberg van de Rekenkamer. „Het kabinet geeft in zijn jaarverslag helaas te weinig inzicht in de resultaten van publiek geld.” Dat is onder meer het geval bij extra uitgaven voor het terugdringen van drugssmokkel, hulp aan kwetsbare regio’s, onderhoud van rijkswegen en sociale advocatuur.
Wel is over de hele linie de rechtmatigheid verbeterd. Van minder dan 1 procent van alle uitgaven kan de rechtmatigheid niet met zekerheid worden vastgesteld. Daarmee voldeed het kabinet afgelopen jaar voor wat betreft de uitgaven weer aan de norm.
Bij de ruim 400 miljard euro aan verplichtingen is de onzekerheid nog wel groter dan 1 procent. Dat komt met name op het conto van het ministerie van Volksgezondheid, dat in de coronajaren verplichtingen is aangegaan waarvan het de rechtmatigheid niet heeft kunnen aantonen.
Het aantal onvolkomenheden dat de Rekenkamer constateert bij de ministeries, is afgenomen. Het zijn er 36, tegen 44 een jaar eerder. Tegenover 15 eerdere onvolkomenheden die zijn opgelost, staan 7 nieuwe.