Kabinet pakte energiecrisis ‘beheerst’ aan, zegt Rekenkamer
Het demissionaire kabinet krijgt complimenten van de Algemene Rekenkamer voor de manier waarop het vorig jaar probeerde de gevolgen van de energiecrisis voor huishoudens te beperken. „Ondanks de tijdsdruk zijn de regelingen over het algemeen beheerst uitgevoerd en is de rechtmatigheid op orde”, zo luidt het oordeel in het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek.
Het kabinet temperde de stijging van de energierekening voor huishoudens en kleine bedrijven met een prijsplafond voor gas en elektriciteit. Energiebedrijven werden daarvoor gecompenseerd. Zij kregen bij elkaar 3,7 miljard euro aan voorschotten uitbetaald zodat zij de prijzen voor hun klanten onder het afgesproken maximum konden houden. De uiteindelijke kosten van de regeling vielen mee, doordat gedurende het jaar de energieprijzen daalden tot onder dat maximum.
Dat de regeling kon meebewegen met de veranderende situatie, laat volgens de Rekenkamer zien dat het kabinet heeft geleerd van de massale steunregelingen voor het bedrijfsleven die werden opgetuigd in de coronaperiode. „Dat wil niet zeggen dat het allemaal perfect is gegaan”, benadrukt collegelid Barbara Joziasse. Maar gezien de omstandigheden had het ook heel anders kunnen lopen.
Kritisch is de Rekenkamer wel over de steunregeling die het kabinet trof voor kleine tot middelgrote bedrijven met een relatief hoog energieverbruik. Maar dat betreft met name de ongelukkige timing. Tegen de tijd dat de regeling werd opengesteld, waren de prijzen alweer gedaald, waardoor ondernemers er maar beperkt gebruik van konden maken.
Ook de tegemoetkoming voor mensen met een blokaansluiting voor gas of elektriciteit, verdient wat de verantwoording betreft niet de schoonheidsprijs, vindt de Rekenkamer. Van deze regeling, bedoeld voor honderdduizenden huishoudens voor wie het prijsplafond geen soelaas bood, kan niet worden vastgesteld of alle verstrekte subsidie wel op de juiste plek terecht is gekomen.
Niet alle energiemaatregelen zijn in het verantwoordingsonderzoek tegen het licht gehouden, erkent Joziasse. De energietoeslag voor de armste huishoudens bleef bijvoorbeeld buiten beschouwing omdat de uitvoering daarvan bij gemeenten lag.