Wrakingskamer samen na te vroeg publiceren uitspraak zwembadmoord
De wrakingskamer van het gerechtshof in Leeuwarden komt woensdag bijeen voor de behandeling van de wrakingsverzoeken in de Marumse zwembadmoord. Advocaten van de vier verdachten willen nieuwe rechters omdat op 25 april kort voor de mondelinge uitspraak per ongeluk de uitspraak in de zaak tegen de vermeende leverancier van het moordwapen al was gepubliceerd.
De zaak draait om de dood van de 40-jarige Jan Elzinga. Hij werd in 2012 doodgeschoten in een zwembad in het Groningse Marum. In hoger beroep zijn tegen de vier verdachten celstraffen tot twintig jaar geëist. De hoogste straffen zijn geëist tegen de toenmalige partner van het slachtoffer en haar broer. Zij zouden de moord hebben beraamd en kregen in 2022 die straf door de rechtbank al opgelegd, net als de schoonmoeder van het slachtoffer. De familie heeft echter altijd ontkend iets met de zaak te maken te hebben en is in hoger beroep gegaan.
Reden voor de wraking is in de visie van de advocaten dat het hof vóór de einduitspraak blijk zou hebben gegeven van schuld. Het hof spreekt van een menselijke fout. De voorzitter van het hof noemde de vroegtijdige publicatie direct na de ontdekking ervan afschuwelijk. „Ik heb al duizenden uitspraken gedaan, maar dit heb ik nog nooit meegemaakt. Dit is heel uitzonderlijk.” Hij bood zijn excuses aan.
Aanvankelijk kwam de wrakingskamer nog dezelfde middag bijeen om te oordelen over de vermeende schijn van vooringenomenheid van het hof, maar de verdediging vroeg meer tijd om de zitting voor te bereiden. Er werd besloten de zitting uit te stellen.
De wrakingskamer, gevormd door drie andere rechters, gaat na of er daadwerkelijk sprake is van vooringenomenheid. Zij kunnen dan beslissen dat het verzoek gegrond is. In dat geval moeten nieuwe rechters de zaak opnieuw behandelen. Is het niet gegrond, dan kan het proces verder.