MKB–voorzitter: kabinet maakt ondernemers onzeker
Het vertrouwen van middelgrote en kleine ondernemers in de economie heeft volgens MKB–Nederland door kabinetsmaatregelen een stevige deuk opgelopen. „Het kabinet heeft ervoor gekozen fors in te grijpen in de sociale zekerheid, maar de onzekerheid over gevolgen ervan komen nu als een boomerang terug", aldus MKB–voorzitter L. Hermans woensdag.
Hermans wijst op blijvende onduidelijkheid rond ingrepen in onder meer de WAO, WW en discussie rond vroegpensioen en verlofsparen via de levensloopregeling. Ook heeft het kabinet volgens hem het afgelopen jaar voor veel onrust gezorgd door de manier waarop het dekking zocht voor verlaging van de vennootschapsbelasting. Deze dreigde te worden bekostigd door afschaffing van het goedkopere, grijze kenteken en met verhoging van de energiebelasting.
Ruim de helft van de bedrijven met minder dan 250 werknemers in dienst, is momenteel negatief over de economie. Dat betekent een daling ten opzichte van vorig jaar, blijkt uit onderzoek van het NIPO. De positie van de het MKB is weliswaar beter dan in 2003 en 2004, maar er wordt nog geen stevig economisch herstel verwacht en de banenmotor komt niet op gang. Als er extra mensen nodig zijn, worden deze tijdelijk ingehuurd via uitzendbedrijven.
Hermans vreest zelfs dat er 40.000 tot 60.000 banen van de circa 2,5 miljoen in het MKB zullen verdwijnen als het vertrouwen niet beter wordt. „Er blijkt wel bereidheid tot investeren, maar dan vooral in arbeidsbesparende machines en apparatuur". Na een voorzichtig herstel vorig jaar, stagneren namelijk de verwachtingen over de orderpositie, de omzet en de winst.
Om het tij te keren en het vertrouwen terug te winnen bij de ondernemers is volgens de MKB–voorzitter zaak dat er eindelijk duidelijkheid komt over de uitwerking van de sociale zekerheid. De werkgeversorganisatie is dan ook ongelukkig over het dreigende uitstel voor de invoering van de nieuwe, strengere WAO.
Verder moeten de loonkosten omlaag om de concurrentiepositie van de Nederlandse bedrijven in het buitenland te verbeteren. Hier verwacht Hermans vooral een bijdrage van de overheid.
„De belangrijkste voorwaarde voor economische groei is dat consumenten meer vertrouwen krijgen in hun financiële positie. Daarom mag het reëel loon van werknemers niet dalen en moet de baanzekerheid omhoog". Door loonbelasting en premies te verlagen, kan de overheid de kosten beperken voor ondernemers. Werknemers houden op hun beurt netto meer over van hun salaris.
De werkgeversvoorman hoopt dat vakbonden hem steunen in zijn pleidooi richting kabinet voor verlaging van loonbelasting en –premies. Als de sociale partners een gewillig oor vinden bij de overheid, is er voor de bonden volgens Hermans ook minder noodzaak om in CAO–onderhandelingen allerlei eisen op tafel te leggen om de koopkracht van werknemers op peil te houden.