Ahtisaari leidt VN-onderzoek Jenin
Secretaris-generaal Kofi Annan van de Verenigde Naties heeft maandag een driekoppige commissie aangesteld die moet onderzoeken wat er zich precies in het Palestijnse vluchtelingenkamp van Jenin op de Westelijke Jordaanoever heeft afgespeeld.
De commissie wordt gevormd door drie zwaargewichten. De Finse oud-president Martti Ahtisaari krijgt de leiding over het feitenonderzoek. De andere twee leden van de commissie zijn Cornelio Sommaruga, de voormalige president van het Internationaal Comité van het Rode Kruis, en Sadako Ogata, de voormalige VN-vluchtelingencommissaris die thans de Japanse gezant voor de wederopbouw van Afghanistan is. Ahtisaari verklaarde nog deze week op de Westoever aan het werk te willen gaan.
Er worden steeds meer bewijzen gevonden van ernstige misdragingen van het Israëlische leger in Jenin, stelden Amnesty International en het Internationale Rode Kruis maandag. Amnesty, dat een paar dagen geleden is begonnen met een eigen onderzoek in het kamp, steunt het aangekondigde VN-onderzoek, maar zet er ook vraagtekens bij omdat de VN mogelijk niet de volledige feiten naar buiten zouden willen brengen, aldus een woordvoerder.
Amnesty heeft geen inzage gegeven in de bewijzen die zij zegt te hebben gevonden in Jenin. Volgens een woordvoerder zijn er geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van massagraven, die er volgens een aantal Palestijnse functionarissen wel zouden zijn. Wel hebben Israëlische soldaten volgens Amnesty Palestijnse burgers als schild gebruikt, zijn inwoners van het kamp onvoldoende gewaarschuwd voor luchtaanvallen en hebben ze onvoldoende gelegenheid gehad het kamp te ontvluchten. Ook zouden hulpdiensten tijdens en na gevechten tussen het leger en Palestijnse militanten geen toegang tot het gebied hebben gekregen, waardoor er onnodig mensen zouden zijn overleden.
De Israëlische stelling dat in Jenin alleen Palestijnse strijders zouden zijn omgekomen, is onjuist, aldus een forensische deskundige die namens Amnesty het kamp heeft bezocht.
Het Internationale Rode Kruis steunt de beschuldiging van Amnesty dat in Jenin op grote schaal de mensenrechten zijn geschonden. Op een gezamenlijke persconferentie van het Rode Kruis en de VN-hulporganisatie UNWRA verklaarde het regionale hoofd van het Rode Kruis, René Kosirnik, dat onder meer bepalingen van de Geneefse Conventies met betrekking tot het oorlogsrecht zijn geschonden.
Een woordvoerder van het Israëlische leger beschuldigde de internationale mensenrechtenorganisaties van partijdigheid. „Het Israëlische leger doodt nooit opzettelijk Palestijnse burgers, en dat is ook in Jenin niet gebeurd”, aldus Olivier Rafowicz. „In tegenstelling tot de Palestijnen, die opzettelijk Israëlische burgers doden. Na aanslagen door Palestijnse terroristen hebben het Rode Kruis en UNWRA nog nooit een persconferentie gegeven”, aldus de legerwoordvoerder.