Twee Nederlandse terrorismeverdachten uit Syrië opgehaald
Twee van terrorisme verdachte vrouwen zijn met hun twee kinderen uit Syrië overgebracht naar Nederland, laten demissionair ministers Dilan Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid) en Hanke Bruins Slot (Buitenlandse Zaken) aan de Tweede Kamer weten.
Het viertal is met hulp van de Verenigde Staten overgebracht. De vrouwen zijn na aankomst in Nederland aangehouden, de kinderen zijn overgedragen aan de Raad voor de Kinderbescherming. De bewindslieden kunnen verder niks kwijt over de operatie.
„Met de overbrenging naar Nederland beoogt het kabinet te voorkomen dat deze twee verdachten straffeloos blijven”, aldus de ministers.
De vrouwen hadden bij de rechter een verzoekschrift ingediend om hun rechtszaak te beëindigen. De rechtbank in Rotterdam hield de zaak in december zes maanden aan om het kabinet de kans te geven de vrouwen op te halen.
De VS hebben naast de Nederlandse verdachten ook elf Amerikaanse staatsburgers teruggehaald. Dat is het grootste aantal tot nu toe, meldt minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken in een persverklaring. Er werden ook zes Canadezen en een Fin opgehaald. De VS zeggen daar hulp bij gekregen te hebben van de regering in Koeweit en de Syrische Democratische Strijdkrachten (SDF), een coalitie van milities en rebellengroeperingen.
De VS schatten dat er zo’n 30.000 mensen uit zestig landen verblijven in de kampen Al Hol en Al Roj, onder wie vooral kinderen. Blinken zegt blij te zijn dat Nederland, Canada en Finland hun burgers hebben teruggehaald. „We bedanken deze regeringen voor de samenwerking en zijn verheugd met het leiderschap dat ze aan de dag leggen door hun inwoners naar huis te halen.”
Sinds 2012 zijn volgens de inlichtingendienst AIVD ongeveer honderd vrouwen naar Syrië en Irak uitgereisd om zich daar aan te sluiten bij jihadistische groepen, voornamelijk bij Islamitische Staat (IS).