„Schuld Nomads stond op voorhand vast”
Bij het onderzoek naar de moorden op drie leden van de Limburgse Hells Angels, de Nomads, is de politie vrijwel van meet af aan gefixeerd geweest op de clubgenoten van de slachtoffers. Dat zei advocaat J. Boksem dinsdag in zijn pleidooi namens verdachte P. S. voor de rechtbank in Amsterdam.
„Het gevaar dat bij reconstructie altijd op de loer ligt, is dat men op een bepaald moment denkt te weten hoe de feiten in elkaar steken. Daardoor verkokert het opsporingswerk”, aldus de raadsman. Volgens Boksem is dat in het onderzoek naar de drievoudige moord ook gebeurd. Vorige week vrijdag eiste officier van justitie G. Oldekamp tegen veertien van de vijftien verdachten een levenslange gevangenisstraf.
Volgens Boksem waren er in het begin helemaal geen aanwijzingen dat de drie Nomads in hun eigen clubhuis in Oirsbeek door hun ’broeders’ zouden zijn doodgeschoten. Al voordat de moorden werden gepleegd luisterde de politie de telefoons van de Nomads af. Zowel vóór als na de moorden is uit die afgeluisterde gesprekken geen betrokkenheid van de Nomads te destilleren, meent Boksem.
Aanwijzingen in de richting van anderen raakten „ondergesneeuwd” toen op 19 februari -acht dagen na de verdwijning van de drie slachtoffers en zes dagen na de ontdekking van hun lichamen in de Geleenbeek- informatie bij de politie binnenkwam dat de Nomads er iets mee te maken zouden hebben. Boksem: „Vanaf dat moment richtte het onderzoek zich direct op de Nomads. Er werd gezocht naar aanwijzingen en motieven, en die werden uiteraard gevonden.”
Boksem heeft dinsdag uitvoerig geprobeerd het gros van die aanwijzingen te weerleggen. Volgens hem zijn politie en justitie er niet in geslaagd overtuigend bewijs te leveren voor de stelling dat de Nomads collectief verantwoordelijk zijn voor de moordpartij. „Er blijven te veel vragen onbeantwoord. Er zijn te veel onzekerheden.” Daarom is er maar één uitspraak mogelijk, vindt de raadsman, en dat is vrijspraak.
De rechtbank doet 17 maart uitspraak.