Inheemse volken lijden onrecht door groene transitie
De jacht op grondstoffen voor de groene transitie wakkert landroof en onderdrukking van inheemse volkeren aan. Wetgeving moet dat tegengaan.
In april kwamen 87 inheemse leiders uit 35 landen in New York bijeen om een gemeenschappelijk probleem aan te pakken, namelijk dat de overgang naar groene energie een bedreiging vormt voor onze volkeren. Omdat we ons verzetten tegen mijnbouwprojecten en initiatieven rond duurzame energie die onze rechten schenden, worden we wereldwijd gecriminaliseerd en neemt landroof van inheemse volkeren toe. Dat is goed gedocumenteerd door de Verenigde Naties en andere experts. Toch blijven politici en economen dat bewijs negeren. In hun haast om een systeem op te bouwen om fossiele brandstoffen te vervangen, duwen ze ons onder de bus en laten ze zich leiden door dezelfde waarden als die de natuur vernietigen.
Ironisch genoeg hebben we deze verklaring afgelegd tijdens de Duurzaamheidsweek van de VN. Hernieuwbare energie stond op de agenda, wij echter niet. Inheemse volkeren zijn niet tegen het afstappen van olie en gas en investeringen in hernieuwbare energiesystemen. Maar we moeten wel een inbreng in het debat hebben. Meer dan de helft van de mijnen die metalen en mineralen voor hernieuwbare technologieën zullen opleveren, bevinden zich op of nabij het grondgebied van inheemse volkeren.
Drievoudige crisis
In een VN-rapport over grondstofwinning, in maart in alle stilte uitgebracht, staat: „Het huidige model voor de winning van natuurlijke hulpbronnen veroorzaakt een ongekende drievoudige planetaire crisis van klimaatverandering, verlies van biodiversiteit en vervuiling.” We willen echter niet dat onze gebieden de woestijnen worden die mijnbouwbedrijven creëren, dat er gif lekt in onze rivieren en bodems en dat onze water- en voedselbronnen, en dus ook onze kinderen, vergiftigd worden.
Het speelveld is absoluut niet gelijk. Het VN-rapport toont aan dat nationale overheden de belangen van bedrijven vooropstellen door „de gerechtelijke bescherming van inheemse gemeenschappen op te heffen, land te onteigenen… of zelfs gewapende troepen in te zetten om mijnbouwinstallaties te beschermen”.
Natuurbehoud
Het is bewezen dat inheemse volkeren beter presteren dan de publieke en private sector op het vlak van natuurbescherming en dat ze enkele van meest biodiverse gebieden in stand houden. Onderhandelaars op klimaatconferenties hameren op onze buitengewone rol in het natuurbehoud, maar de taal van de verdragen is vatbaar voor verschillende interpretaties, zodat onze overheden kunnen beslissen of ze onze rechten al dan niet erkennen of afdwingen.
Externe bedrijven verjagen ons van onze voorouderlijke thuislanden, ze brengen schade toe aan onze gezondheid en aan onze ecosystemen. Ons verzet is echter duur. Wie bulldozers inzet zonder eerst onze toestemming te krijgen riskeert dat zijn of haar project tot stilstand komt, met een prijskaartje dat kan oplopen tot 20 miljoen dollar per week. Onze gemeenschappen kunnen toeleveringsketens verstoren. Inheemse volkeren leren steeds beter de instrumenten van het commerciële rechtssysteem te gebruiken om zichzelf te verdedigen.
No-gozones
In New York drongen we er bij onze overheden op aan om onze rechten te beschermen en een einde te maken aan de moorden, het geweld en de criminalisering van onze volkeren. We riepen op om van bedrijven te eisen dat ze voor projecten onze toestemming moeten hebben en geen schade toebrengen aan ons land en onze hulpbronnen. We riepen regeringen op om een verbod in te stellen op de uitbreiding van mijnbouw in ”no-gozones”, gebieden die onze volkeren als cruciaal beschouwen voor voedsel en schoon water.
De secretaris-generaal van de VN lanceerde een commissie die het belang lijkt te erkennen van het vermijden van schade aan inheemse volkeren en het milieu. Dit is een stap in de goede richting, maar inheemse volkeren moeten centráál staan bij elk voorstel voor mijnbouw en hernieuwbare energie dat gevolgen heeft voor hun gebieden.
De auteur, een inheemse Torajavrouw uit Sulawesi, is de eerste vrouwelijke secretaris-generaal van AMAN, de grootste organisatie voor inheemse volkeren ter wereld. Bron: IPS/Climate Home News