„In onze vervoersgebieden zien we een grotere en sterkere groei in reizigers dan we hadden durven hopen”, zegt gedeputeerde Frederik Zevenbergen (verkeer, vervoer en ov, VVD). „Het is een sneeuwbaleffect: meer reizigers zorgen voor meer bussen, die weer zorgen voor meer reizigers. Dat is goed nieuws voor de bereikbaarheid in de hele provincie.”

Zo vervoerde Arriva afgelopen jaar in Leiden, Gouda, Alphen aan den Rijn en de omliggende gebieden zo’n 71.000 mensen per dag, 14 procent meer dan in 2022. Dit resulteert vanaf 12 mei in gemiddeld tweehonderd extra ritten per dag in deze regio. De treindienst tussen Alphen aan den Rijn en Gouda noteerde 12 procent meer gebruikers dan een jaar eerder. Ook in de ov-concessies in de Hoeksche Waard/Goeree-Overflakkee (7 procent) en rond de Drechtsteden (4 procent) was een toename te zien.

De reizigersaantallen in de Zuid-Hollandse ov-gebieden liggen wel 10 tot 20 procent lager dan in 2019, volgens de provincie voornamelijk het gevolg van thuiswerken. „Na de moeilijke coronajaren is de positieve trend ingezet, maar we zijn er nog niet”, aldus Zevenbergen. „Wel zien we dat begin dit jaar de reizigersaantallen in zijn algemeenheid verder toenemen. Waar wordt opgeschaald, is de verwachting dat reizigersaantallen verder zullen herstellen.”

De provincies hebben afgelopen jaar stevig gelobbyd om ‘verschraling’ van het stads- en streekvervoer te voorkomen. De ticketprijzen zouden bijna 12 procent stijgen, maar de Tweede Kamer voorkwam dit. Het kabinet heeft de provincies 300 miljoen euro gegeven om prijsstijgingen tegen te gaan en te investeren in het ov. Zuid-Holland besteedt dit geld onder meer aan het toegankelijk en betaalbaar houden van kleinere steden en landelijke gebieden met de bus.