Hof: geen reconstructie vergismoord buurthuis Amsterdam
Er komt geen reconstructie van de vergismoord op Mohamed Bouchikhi, de 17-jarige stagiair die ruim zes jaar geleden werd doodgeschoten in een buurthuis op Wittenburg in Amsterdam-Oost. Het gerechtshof in de hoofdstad liet dinsdag weten het verzoek hiertoe af te wijzen.
De vraag om een reconstructie kwam van de verdediging van de vorig jaar tot levenslange gevangenisstraf veroordeelde Emylio G. (31). Zij zijn van oordeel dat veel getuigenverklaringen op essentiële punten afwijken. Een reconstructie zou in hun ogen helpen bepalen aan welke verklaringen meer gewicht moet worden toegekend, stelden zij maandag tijdens een voorbereidende zitting in het hoger beroep van de strafzaak.
Bouchikhi kwam om het leven toen eind januari 2018 twee gewapende mannen het buurthuis binnendrongen en de nietsvermoedende stagiair aanzagen voor iemand anders. De jonge Amsterdammer lag op zijn buik om zich te beschermen tegen het geweld, toen een van de schutters met een kalasjnikov het vuur op hem opende. Bij de schietpartij raakten twee anderen gewond. Een van hen was het vermoedelijke eigenlijke doelwit.
De rechtbank oordeelde afgelopen augustus dat G. Bouchikhi heeft doodgeschoten. Zijn medeverdachte Randall D. (42) kreeg 29,5 jaar gevangenisstraf. Op het moment dat zij het buurthuis binnendrongen en het vuur openden, waren veel kinderen aanwezig. Volgens de rechtbank gaven de schutters blijk van „een ongekende koelbloedigheid”.
G. en D. worden behalve de vergismoord op Bouchikhi vervolgd voor de liquidatie van de 24-jarige honkballer Siegmar Flaneur in Amsterdam-Zuidoost, in februari 2015. D. zou daarnaast betrokken zijn geweest bij het doodschieten van Lucas Boom in juni 2015 in Zaandam. De rechtbank sprak de mannen hiervan vrij.
Wanneer de beroepszaak tegen beide mannen verdergaat, staat nog niet vast. Allebei blijven zij achter slot en grendel. Het hof wees dinsdag het verzoek van de advocaat van D. af het voorarrest van zijn cliënt te beëindigen. De raadsman had om vrijlating gevraagd omdat hij het bewijs tegen D. „flinterdun” vindt.