Onderzoekers: inkomen veehouders fors lager door mestregels
Regels voor mestgebruik leiden komende jaren tot een „forse reductie” van het inkomen van boeren. Dat schrijven onderzoekers van de universiteit van Wageningen in een rapport dat maandag naar de Tweede Kamer is verstuurd. Als mest afvoeren duurder wordt, kunnen veehouders daar gemiddeld de helft van hun inkomen aan kwijt zijn.
In Nederland gold jarenlang een uitzondering van Europese regels waardoor boeren meer mest mochten uitrijden. Omdat de Europese Commissie die uitzondering komende jaren stapsgewijs intrekt, moeten boeren meer mest afvoeren. Het is „niet onwaarschijnlijk” dat daardoor de afvoerprijzen per kuub mest verder oplopen, schrijven de onderzoekers.
Het onderzoek gaat uit van de situatie in 2021, toen bepaalde mestregels nog niet van kracht waren. Een gemiddelde veehouder is nu al snel duizenden euro’s meer kwijt aan mestafvoer ten opzichte van toen, en volgend jaar stijgen de kosten naar verwachting verder. Voor een veehouder met een groot, intensief veebedrijf op zandgrond kunnen de kosten volgend jaar oplopen tot meer dan 40.000 euro.
Een tijdelijke tegemoetkoming van de overheid vangt een deel van de extra kosten op. Hoeveel dat precies is, varieert sterk. In sommige gevallen kunnen boeren met subsidie slechts een tiende van de extra kosten betalen. In andere gevallen maakt een boer juist winst.
Demissionair landbouwminister Piet Adema wil een reeks maatregelen nemen om de hoeveelheid mest die boeren volgend jaar moeten afvoeren te beperken. Een van zijn voorstellen is een brede, vrijwillige uitkoopregeling voor veehouders. Donderdag debatteert de Tweede Kamer over die voorstellen.
Het precieze effect van Adema’s plannen laat zich moeilijk voorspellen, zegt Roel Jongeneel. Hij is universitair docent aan de universiteit van Wageningen en een van de auteurs van het onderzoek. „Maar als bedrijven massaal gebruikmaken van de opkoopregeling, leidt dat tot minder dieren, dus minder vraag naar de afzet van mest, dus een lagere prijs.”