Jongeren ervaren minder vrijheid dan ouderen, oorlogsangst stijgt
Jongeren voelen zich op allerlei vlakken minder vrij dan ouderen. Dat is een van de conclusies van het Nationaal Vrijheidsonderzoek, dat jaarlijks wordt uitgevoerd in opdracht van het Nationaal Comité 4 en 5 mei.
Zo zegt ongeveer de helft van de 65-plussers voldoende vrijheid van meningsuiting te ervaren en genoeg zichzelf te kunnen zijn, tegenover een derde van de jongeren tussen 16 en 24 jaar. Verder vindt iets meer dan de helft van de 65-plussers dat democratie, stemrecht en gelijke rechten in voldoende mate in hun leven aanwezig zijn. Van de jongeren zegt slechts iets meer dan een kwart dat zo te ervaren.
In het algemeen wordt vrijheid steeds minder als vanzelfsprekend gezien. Zo’n 66 procent van de respondenten was het eens met de stelling dat vrijheid minder vanzelfsprekend is, terwijl dat in 2020 nog 49 procent was. Ook zeggen minder mensen dan vorig jaar dat hun gevoel van vrijheid de afgelopen vijf jaar is toegenomen.
Tegelijkertijd nemen de zorgen toe, vooral over oorlog en migratie. Vorig jaar zagen de onderzoekers al dat de angst voor oorlog sterk was toegenomen, dit jaar is die oorlogsangst nog verder versterkt: meer dan de helft van de Nederlanders (56 procent) maakt zich zorgen over oorlog, waar dat in 2022 nog 38 procent was. Over migratie is 26 procent bezorgd, tegen 15 procent twee jaar geleden.