Het Zorginstituut Nederland, dat over het basispakket gaat, heeft uitleg gegeven over de regels voor de vergoeding van de casemanager. Dat gebeurde op verzoek van Alzheimer Nederland. „We zagen dat er in de praktijk onduidelijkheid bestond over de vraag wanneer hulp mag worden ingezet en hoe breed die hulp mag zijn. Daardoor kregen mensen die begeleiding niet of te laat”, legt een woordvoerster van het Zorginstituut uit.

Volgens het instituut kregen mensen soms pas begeleiding wanneer de ziekte duidelijk merkbaar was. Ze kunnen echter al hulp krijgen „vanaf de ‘niet pluis’-fase, wanneer er nog geen medische diagnose is gesteld, maar zorgverleners en naasten wel het vermoeden hebben dat iemand dementie heeft”, aldus de overheidsorganisatie. Die hulp stopt pas wanneer iemand overlijdt of niet meer thuis kan wonen en naar een verpleeghuis gaat.