„Onderhoud spoor moet en kan beter”
De aanpak van het onderhoud aan het spoorwegnet moet en kan anders en beter. Binnen de sector wordt nu niet goed genoeg samengewerkt, waardoor het werk aan het railnet onnodig duur is en reizigers te vaak vertragingen oplopen.
Dat zei directeur C. de Jongh van Railforum dinsdagmiddag bij de presentatie van het rapport ”Onderhoud in uitvoering” in Utrecht.
Bij Railforum -een denktank voor de spoorsector- zijn onder meer ProRail, het ministerie van Verkeer en Waterstaat, de Nederlandse Spoorwegen, Schiphol en de spooraannemers aangesloten. De organisatie deed onderzoek naar de huidige manier van spooronderhoud. Door tekortschietende punctualiteit, onvoldoende spoorcapaciteit en een aantal incidenten brokkelde de laatste jaren het maatschappelijk draagvlak voor het spoor langzaam af. „Terwijl het onmisbaar is, met dagelijks een miljoen klanten en 80.000 ton goederen op de rails.”
Het probleem zit hem vooral in de versnippering van de sector, aldus De Jongh. Tot halverwege de jaren negentig was slechts één bedrijf verantwoordelijk voor spooronderhoud en -vervoer in Nederland. Sinds de splitsing daarvan beheert ProRail namens de overheid de infrastructuur, vervoert de NS reizigers en zijn er diverse railtransportbedrijven. ProRail wijst de diverse spelers capaciteit toe.
Door schaarste en incidenten morren de diverse partijen regelmatig over de hun toegemeten ruimte. Bovendien heeft een incident bij de een soms grote consequenties voor de ander. Kosten die daaruit voortvloeien moeten onderling worden verrekend, soms via gerechtelijke procedures.
De afzonderlijke ondernemingen kijken volgens De Jongh vrijwel alleen naar hun eigen, kleine segment van de totale sector. De treinreiziger is daarvan de dupe. Zo kan het gebeuren dat een traject verschillende malen per jaar wordt afgesloten voor onderhoud, omdat het ene bedrijf niet weet wat het andere doet. Veel handiger zou zijn om alle werkzaamheden tegelijkertijd uit te voeren.
De versnippering van de spoorsector houdt bovendien vernieuwingen tegen die het onderhoud tot wel 40 procent goedkoper kunnen maken. Als voorbeeld noemt De Jongh de jaarlijkse inspectie van de rails. Op dit moment huurt ProRail een aannemer in die zijn werknemers het spoor laat controleren „Dit is arbeidsintensief en duur.” Het kan veel eenvoudiger door een computer onder treinen te hangen die elke dag kijken hoe het spoor erbij ligt. „Dit stuit echter op problemen. ProRail zegt dat eerst de wet moet worden aangepast en de aannemer is bang z’n opdracht te verliezen”, aldus De Jongh.
Ook de financiering van innovaties is een probleem. „Als een bedrijf maar met een klein deel bezig is, stopt het geen geld in iets waar alleen een ander van profiteert.” Kostenbesparingen zijn hard nodig, aldus Railforum. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft tot 2010 853 miljoen euro extra gereserveerd voor het wegwerken van achterstallig onderhoud aan het spoor. Voor de daaropvolgende periode is nog eens 734 miljoen euro uitgetrokken. Veel te weinig, vindt de spoorsector, die berekende dat er ruim 2 miljard euro nodig is.
Railforum wil dat de spoorsector betere afspraken maakt. De organisatie wil jaarlijks bijeenkomsten organiseren waarop de branche wordt afgerekend op de behaalde resultaten.