Kamer stuurt weer aan op verbod private investeerders in de zorg
De Tweede Kamer wil af van commerciële investeerders in de gezondheidszorg die vooral uit zijn op het maken van winst. Een meerderheid had zich al eerder uitgesproken voor een verbod op deze private praktijken, onder meer in de huisartsenzorg, omdat de patiënten er nadeel van kunnen ondervinden. Maar demissionair zorgminister Conny Helder wil geen verbod omdat private investeringen de zorg ook ten goede kunnen komen. Bovendien levert een verbod volgens haar juridische risico’s op, concludeert ze uit een onderzoek dat ze liet uitvoeren.
De formerende partijen staan in deze kwestie tegenover elkaar. PVV en NSC zijn negatief over deze zogeheten private equity in de zorg, omdat ze het onwenselijk vinden dat collectief geld van zorgpremies en belastingen als winst in de zakken van (buitenlandse) investeerders verdwijnt. Vooral de PVV koerst nadrukkelijk op afschaffing aan en wil snel een plan van aanpak van de minister om dat te bereiken. De VVD is echter niet tegen private investeerders en ziet net als haar liberale minister juist ook voordelen ervan. BBB deed niet mee aan het debat.
De SP vindt het „stuitend” dat de minister twee eerder door de Kamer aangenomen moties over een verbod „agressieve opkopers die snel rendement willen halen” niet uitvoert. Ook GroenLinks-PvdA en CDA hekelen dat „goede zorg ondergeschikt wordt gemaakt aan winsten”. De partijen dienden een reeks moties in, die onder meer opnieuw oproepen tot een verbod dan wel flinke beperkingen stelt aan de private investeerders zoals een maximering van winsten die de ketens maken.
Maar volgens VVD-Kamerlid Judith Tielen gaat het niet alleen om zorgcowboys, en zijn er veel voorbeelden waar de zorg dankzij deze investeringen overeind blijft en verbeteringen mogelijk worden gemaakt. Als het mis gaat, zoals bij de huisartsenketen Co-Med dan moet daar iets aan worden gedaan, zegt ze. Patiënten van de daar werkende huisartsen klagen al langer over de kwaliteit van de zorg, de slechte toegankelijkheid en dat de huisartsen niet altijd bereikbaar zijn. De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft ingegrepen. De hele Kamer maakt zich zorgen over de gevolgen voor de patiënten.
De minister wees erop dat er veel huisartsenketens zijn waar het wel goed gaat. Maar PVV-Kamerlid René Claassen vindt dat zij een te rooskleurig beeld geeft van de situatie en dat „in veel gevallen de zorg juist niet optimaal is”.
De Kamer stemt dinsdag over de ingediende moties.