Volgens het bestuur van de Wereldraad, dat tot en met dinsdag in Genève vergadert, kunnen kerken het voorbeeld volgen van de Presbyteriaanse Kerk in de Verenigde Staten (PCUSA). Die besloot medio vorig jaar geleidelijk de investeringen te beëindigen in multinationals die betrokken zijn bij de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden. In een verklaring herinnert de Wereldraad de lidkerken eraan dat ze „de mogelijkheid hebben om investeringen verantwoord in te zetten voor vreedzame oplossingen” van het conflict tussen Israël en de Palestijnen.

Steeds meer kerken lijken economische druk op Israël te willen uitoefenen om te bereiken dat Israël zijn politiek in de Palestijnse gebieden wijzigt. Zo riep de Lutherse Wereldbond (LWF) in 2002 ertoe op producten te boycotten die uit „illegale Israëlische nederzettingen” op de Westelijke Jordaanoever komen.

Eind vorig jaar was het de Episcopale Kerk in Amerika (Ecusa) die opriep tot een dergelijke boycot. De Episcopale Kerk, onderdeel van de wereldwijde Anglicaanse Kerk, besloot toen te onderzoeken of zij haar investeringen in bedrijven die met de nederzettingen in de bezette gebieden handeldrijven, kan stopzetten. De kerk motiveerde haar besluit door alleen „ethische investeringen” te ondersteunen. Dat sluit bedrijven uit die in de bezette gebieden actief zijn, waar Palestijnse huizen verwoest worden, Israëlische nederzettingen gesticht en scheidsmuren gebouwd worden, zo meldde een persbericht van de Episcopale Kerk in Amerika.

Het besluit van de kerken leidde zowel onder joden in de VS als in Israël tot verontwaardigde reacties. Vooral de vergelijking die getrokken werd tussen het apartheidsregime in Zuid-Afrika en de gevoerde politiek van de Israëlische regering schokte veel joden. De Presbyteriaanse Kerk is met zo’n 2,5 miljoen leden een vrij kleine kerk in de VS, maar onder haar leden zijn relatief veel invloedrijke personen.

Het Centraal Comité van de Wereldraad van Kerken riep maandag verder de VS ertoe op het Internationaal Strafhof in Den Haag te erkennen. Volgens de Wereldraad is de vorming van het Internationaal Strafhof de belangrijkste stap voorwaarts in het internationaal recht van de afgelopen jaren. Het strafhof in Den Haag is opgericht om misdaden tegen de mensheid te berechten die anders ongestraft zouden kunnen blijven, met name omdat er in het land waar de misdaden zijn begaan geen rechtsgang mogelijk is.

De oproep van de Wereldraad is in eerste instantie gericht aan landen die het strafhof niet erkennen, zoals de VS. Daarnaast is de oproep een steun in de rug van de lidkerken in landen die te maken hebben (gehad) met ernstige schending van mensenrechten, nu of in het nabije verleden. Volgens de Wereldraad vergroot het Internationaal Strafhof de kans op vrede en de beëindiging van geweld. Want een goede rechtsgang is het alternatief voor wraak, aldus een verklaring van de Wereldraad.