Nu nog niet
Als Christus een Medicijnmeester is, waarom worden dan niet alle mensen genezen? Ik zeg u: Omdat al de mensen die verloren gaan hun ziekte niet kennen en niet weten dat ze zo dodelijk ziek zijn! Ook hebben ze geen ogen om hun wonden en zielsziekten te zien.Denkt u dat Christus hen genezen zal die zich inbeelden dat ze Hem niet nodig hebben? Veel mensen danken God om hun goede hart, maar het hart dat geen genade heeft, kan niet goed zijn net zo min als een ziek lichaam gezond kan zijn. Allen worden niet genezen, omdat ze hun ziekte liefhebben. Zij koesteren hun gebreken. Augustinus zegt dat hij voor zijn bekering bad tegen de zonden, maar dat hij diep in zijn hart wenste: „Maar nu nog niet Heere.” Zo vroeg wilde hij niet scheiden van de zonde. Hoe velen hebben hun gebreken liever dan hun Medicijnmeester. Zolang men de zonde liefheeft, heeft men een walg van Christus’ medicijnen.
Niet allen worden genezen, omdat ze niet uitzien naar de Medicijnmeester. Zo zij zich naar het lichaam niet goed voelen, gaan zij dadelijk naar de medicijnmeester. Nu zijn ze dodelijk ziek naar de ziel, maar zij denken er niet aan naar Christus te gaan. Christus neemt dit als kleinachting van Hem dat wij tot Hem niet willen komen. Sommigen zenden om Christus als het te laat is, als andere medicijnmeesters de hoop hebben opgegeven.
W. Perkins, predikant te Cambridge (De ziekte en genezing der ziel, 1683)