België en Tsjechië willen meer EU-opsporing bij Russische invloed
België en Tsjechië willen dringend op Europees niveau de Russische inmenging in de Europese verkiezingen aanpakken. In een gezamenlijke brief vragen deze twee landen aan alle EU-leiders om de opsporingsbevoegdheden van enkele Europese instellingen uit te breiden. „Die schieten nu tekort”, zegt de Belgische premier Alexander De Croo.
Tsjechië maakte recent bekend een netwerk te hebben opgerold dat Europese politici heeft betaald voor het verspreiden van Russische propaganda. Ook ten minste één Nederlandse politicus zou onder Russische invloed staan, volgens het Tsjechische onderzoek. België heeft, met Brussel als zetel van de Europese Raad, het Europees Parlement en de NAVO, een juridische verantwoordelijkheid bij de opsporing van eventuele omkoping. De Belgische justitie heeft inderdaad een onderzoek geopend.
Maar eigenlijk kunnen een klein aantal betrokken landen niet genoeg uitrichten tegen deze grote internationale zaak van Russische overtredingen en het potentiële gevaar van de beïnvloeding, is de strekking van de brief van De Croo en zijn Tsjechische collega. Daarom willen de landen er een gezamenlijke EU-zaak van maken. Ze willen „dat de Europese Raad echt wel een opdracht geeft om dit zo snel mogelijk te gaan verder uitwerken”, zegt De Croo bij aankomst op de top.
Het Europees Openbaar Ministerie en het Europese fraudebestrijdingsdienst OLAF kunnen Russische beïnvloeding nu niet voldoende bestrijden, vindt De Croo. Hij bepleit ruimere taken en bevoegdheden voor de beide EU-instanties.
„We kunnen Rusland simpelweg niet weg laten komen met een dergelijke openlijke aanval op onze democratische instituten en principes”, stelt de brief van België en Tsjechië. De daders moeten dan ook niet alleen op individuele sanctielijsten van landen komen, maar ook op een Europese sanctielijst, vinden de Tsjechen en Belgen.
De Belgische premier Alexander De Croo zei bij binnenkomst op de topbijeenkomst van EU-regeringsleiders dat er geen tijd te verliezen valt samen de Russische beïnvloeding goed aan te pakken. „Dit is de laatste Europese Raad van regeringsleiders voor de Europese verkiezingen”, herinnerde hij. „We moeten niet naïef zijn en ons afvragen of we wel genoeg zijn toegerust om een antwoord te bieden aan dit type van hybride oorlogsvoering, dat we pakweg tien jaar geleden nog niet hadden”.