De commissie waarvan Gehrels voorzitter is, adviseert over de afspraken die de overheid met grote bedrijven wil maken om sneller te verduurzamen. Het gaat dan om industriebedrijven als Tata Steel, Shell en Yara. Het demissionaire kabinet wil de heffing op een deel van de CO2-uitstoot vanaf 2028 verder verhogen, om bedrijven te dwingen tot een snellere vergroening.

Gehrels zegt dat de grote spelers waar het hier om gaat tijd nodig hebben om te veranderen. „De overheid moet niet steeds de spelregels veranderen. Anders gaan bedrijven elders investeren.” Volgens Gehrels, die eerder wethouder voor de PvdA was in Amsterdam, dreigt Nederland „kansen te missen” op snellere verduurzaming via maatwerk.

Topman Hans van den Berg van Tata Steel, ook aanwezig bij het gesprek, zei dat een hogere CO2-heffing een „negatief effect op het verdienvermogen” van de staalfabriek heeft. „En dat geld hebben we nodig voor de vergroening.”

Ook directeur Loek Radix van het Limburgse industriecomplex Chemelot was met waarschuwende woorden naar Den Haag gekomen. Hij ziet in de politiek „misvattingen die fataal kunnen zijn” voor grote bedrijven.

Gehrels benadrukte dat veel beslissingen over investeringen in buitenlandse hoofdkantoren worden genomen. Wereldwijd is „een wedloop aan de gang voor groene investeringen”, zei ze. Nederland heeft volgens haar „een geweldige kans om een voorloper te zijn”, maar dan is wel „consistent beleid” nodig.

BBB-Kamerlid Henk Vermeer was het eens met Gehrels. Hij wil geen nieuwe heffingen waarmee „we miljoenen binnenhalen, maar miljarden door de plee spoelen”. Joris Thijssen (PvdA-GL) vroeg zich juist af of grote bedrijven er niet vooral op uit zijn om „overheden tegen elkaar uit te spelen”. Hij vindt de CO2-heffingen juist „slim vormgegeven” en vindt dat die ook in lijn zijn met het klimaatakkoord dat overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties in 2019 sloten.