„Landbouwbeleid EU terug naar lidstaten”
In de nabije toekomst zullen de EU-lidstaten en de Europese regio’s veel meer zelf, in plaats van Brussel, het landbouwbeleid bepalen en financieren.
Dat schrijft hoogleraar dr. ir. G. Meester, adviseur landbouwpolitieke vraagstukken van het ministerie van Landbouw, in het maandag verschenen boek ”EU-beleid voor landbouw, voedsel en groen”.
Oorzaken voor de gesignaleerde trend zijn de toenemende verscheidenheid binnen de EU door de uitbreiding met een aantal nieuwe lidstaten en de verschuivende Europese belangstelling naar andere beleidsterreinen dan de landbouw, beargumenteert Meester.
Daarnaast speelt volgens hem mee het toenemend negatieve imago dat Brussel over zich afroept door op allerlei terreinen Europese regels te willen vaststellen die overal in Europa op dezelfde manier moeten worden toegepast. Daarbij, betoogt Meester, wordt niet altijd voldoende helder gemaakt waarom een regeling op Europees niveau noodzakelijk is.
Meester bepleit in zijn bedrage in het (studie)boek dat Nederland de Europese inkomenssteun aan boeren moet uitbetalen in een voor alle bedrijven gelijke toeslag per hectare, de zogeheten flat rate. De invoering van zo’n flat rate zou in Nederland in 2007 kunnen beginnen. Uitgaande van een overgangstermijn van zes jaar, kunnen bedrijven hun financiële planning voor de middellange termijn tijdig aanpassen. Voordelen van de flat rate zijn dat de landbouw zich onafhankelijk maakt van toeslagen en zo tijdig is voorbereid op een situatie die vermoedelijk op den duur toch komt.
Handelsliberatie en afschaffing van de bestaande steun betekenen niet het einde van de landbouw in Nederland, stelt Meester. Over het algemeen zullen Nederlandse boeren wellicht eerder baat hebben bij internationale vrijhandel. Verse melk bijvoorbeeld kan onmogelijk allemaal uit het buitenland worden geïmporteerd. De rundveemesterij, de intensieve veehouderij en de suikerproducenten zullen het echter wel moeilijker krijgen.