Daar wordt volgens de organisatoren (drie musea in totaal) duidelijk „hoe vernieuwend, expressief en theatraal” het werk van deze Hollandse renaissancekunstenaar was en is. De Madonna (1532) is speciaal voor de gelegenheid gerestaureerd en onderzocht. Daarbij is vastgesteld dat de twee delen eind zestiende eeuw met een tussenstuk aan elkaar zijn gezet, vermoedelijk om in het vervolg dienst te doen als altaarstuk. Tijdens de Beeldenstorm (1566) was er in kerken veel vernietigd en er was inmiddels behoefte aan vervanging.

Ook bleek bij het onderzoek dat de achtergrond later, in de zeventiende eeuw, was overgeschilderd. Die laag is weggehaald en dat is volgens de organisatoren van de tentoonstelling een huzarenstukje, omdat het zo ingewikkeld is om te doen. Maar „nu de overschildering verwijderd is, zijn de oorspronkelijke kleuren weer te zien, die het werk veel meer diepte en ruimtelijkheid geven en het daardoor nog spannender maken.”

De tentoonstelling is tot medio januari te bezoeken in het Frans Hals Museum en het Teylers Museum in Haarlem en in Stedelijk Museum Alkmaar, die elk verschillende facetten van de kunstenaar belichten. Er zijn dan ook bruiklenen te zien van The Metropolitan Museum of Art (New York), Museo Thyssen-Bornemisza (Madrid), The National Gallery (Londen), het Nationaal Museum van Warschau en het Kupferstichkabinett (Berlijn).

Na de expositie blijven de delen van genoemd schilderij gescheiden, maar naast elkaar te bekijken. Het verwijderde tussenstuk gaat naar het depot.