EU wil schrappen in rompslomp van slecht benut coronaherstelfonds
EU-landen moeten het Europese coronaherstelfonds gemakkelijker kunnen gebruiken, vinden de EU-landen en de Europese Commissie. De commissie gaat proberen de administratieve rompslomp te verminderen die bij het nog maar weinig aangesproken miljardenfonds komt kijken.
Het fonds van een kleine 800 miljard euro aan subsidies en zachte leningen moest de Europese economie er na de coronapandemie weer bovenop helpen. Maar nog geen derde van het geld is tot dusver uitgekeerd. De tijd gaat dringen, want alles wat EU-landen in 2026 nog niet hebben ontvangen lopen ze mis.
Op aandringen van steeds ongeduldiger lidstaten, met name grote ontvangers in Zuid-Europa, gaat de commissie kijken waar zij kan snoeien in de regels en procedures. De voorwaarden en tussendoelen waar EU-landen aan moeten voldoen kunnen misschien „minder gedetailleerd”, zegt verantwoordelijk Eurocommissaris Valdis Dombrovskis na overleg met de ministers van Financiën. En de lidstaten zouden hun ingediende aanvragen gemakkelijker moeten kunnen aanpassen. „Dat is nu heel ingewikkeld en tijdrovend.”
De verlammende regels zijn de schuld van landen als Nederland die beducht zijn voor verspilling en fraude, is steevast de klacht. Nederland ziet nu echter ook ruimte om te snoeien in de regels, zeggen EU-diplomaten. Voorkom bijvoorbeeld dat de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer dubbel controleren, oppert een ingewijde.
De commissie heeft ook geen „radicale stappen” in gedachten, haast Dombrovskis zich te zeggen. Aan de basisregels van het fonds wordt niet getornd en het dagelijks EU-bestuur blijft waken over „de financiële belangen van de unie”.
Italië rolde onlangs een bende op die onterecht honderden miljoenen euro’s uit het fonds zou hebben opgestreken. De rekenkamer en strenge lidstaten als Nederland en Duitsland blijven daardoor hameren op het belang van zorgvuldigheid en toezicht.
Nederland kan aanspraak maken op zo’n 4,7 miljard euro uit het fonds. Het kabinet vraagt in mei de eerste betaling aan, zegt demissionair minister van Financiën Steven van Weyenberg.