Verzetsvrouw die verkering had met Duitser nu toch op monument
Het Fries Verzetsmuseum in Leeuwarden voegt de namen van de verzetsvrouwen Wieke Bosch (1882-1945) en Esmée van Eeghen (1918-1944) toe aan het eigen monument voor gevallen verzetsstrijders. Dit besluit volgt op nieuw historisch onderzoek door auteur Hessel de Walle, verricht voor zijn boek Vrouwen van het Friese verzet: gevecht op vele fronten. Esmée van Eeghen zette zich in voor hulp aan piloten en onderduikers en stond de top van het Friese verzet bij.
Ze begon echter ook een verhouding met een Duitse militair. Er ontstonden vragen over haar loyaliteit, maar van verraad is uiteindelijk niks gebleken. Ze is op 7 september 1944 door leden van de Sicherheitsdienst doodgeschoten. Het museum talmt nu niet langer met de vermelding van haar naam.
„Na de oorlog waren er veel speculaties en geruchten, die er mede voor hebben gezorgd dat een beeld van Esmée als een soort femme fatale ontstond. Door haar nu toe te voegen aan het verzetsmonument willen we dit beeld nuanceren en de focus verleggen naar haar verzetsdaden. Ze hielp geallieerde piloten, Joodse kinderen en vervoerde wapens. Door haar charmes en vlotte babbel wist ze de Duitse bezetters vaak om de tuin te leiden”, aldus het museum.
Wieke Bosch is waarschijnlijk tijdens de oprichting van het monument in 1995 aan de aandacht ontsnapt, zegt het museum verder. Ze zette in haar geboorteplaats Leeuwarden een afdeling van het linkse illegale blad De Vonk op en was actief in de onderduikhulp. In november 1942 werd ze gearresteerd en werd later vervoerd naar concentratiekamp Ravensbrück. „Daar werd ze op 17 februari 1945 samen met negen andere Nederlandse vrouwen geselecteerd voor vergassing. Toen de installatie weigerde, werden de vrouwen de volgende dag, naakt, met mitrailleurs doodgeschoten.”