Aantal alleenstaanden neemt flink toe
De komende jaren komen er veel alleenstaanden bij, zowel mannen als vrouwen. Hun aantal groeit de komende dertig jaar met één miljoen.
Dat blijkt uit cijfers die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) maandag heeft bekendgemaakt. De groei komt doordat zowel jongeren als ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Ook gaan meer mensen ongehuwd samenwonen en strandt een dergelijke relatie vaker dan relaties van gehuwde stellen.
Tot 2035 neemt het aantal huishoudens hierdoor toe van 7,1 miljoen naar 8,2 miljoen. Door de toename van alleenstaande huishoudens daalt de gemiddelde grootte van een huishouden van 2,3 naar 2,1.
„De individualisering zet door. Daar helpt geen broodbakmachine of datingservice tegen", constateert Jan Latten, sociaal–demograaf van het CBS en deeltijdhoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. „Voor elke levensfase is er een andere oorzaak maar het wijst steeds in dezelfde richting".
Jongeren wachten veel langer voordat ze gaan samenwonen of trouwen; vrouwen trouwen nauwelijks meer „uit huis", ze willen eerst een zelfstandig bestaan opbouwen. Ze zoeken geen kostwinner meer maar iemand met wie ze kunnen praten. Onder de 30- en 40-jarigen leidt verbreken van relaties tot meer alleenstaanden en ouderen blijven alleen wonen wanneer ze weduwe of weduwnaar worden.
De vergrijzing zorgt in de jaren tot 2050 voor een verdubbeling van het aantal alleenstaanden van 75 jaar en ouder. Nu zijn er 450.000, straks telt het CBS er 920.000.
Het aantal paren daalt licht. Halverwege deze eeuw zijn er nog 3,9 miljoen tegen 4,1 miljoen nu. De daling zit vooral in het aantal paren met kinderen. Het aantal paren zonder kinderen neemt tot 2050 juist toe, van 2 naar 2,1 miljoen. Dat betekent dat ruim de helft van de paren dan geen kind in huis heeft.
Het aantal eenouders, zoals het CBS de alleenstaande ouders met kinderen thuis omschrijft, zal flink toenemen. In 2050 zullen er 700.000 zijn, 250.000 meer dan nu. Het meest komt het voor dat er dan een kind is. Ouders scheiden namelijk vaker wanneer er maar een kind is, dan wanneer er al twee of meer kinderen in het gezin zijn.
Volgens Latten betekent dit voor de woningplanners dat zij meer aandacht moeten besteden aan huisvesting voor alleenstaanden. Hij denkt dan aan kleinere appartementen die eerder in het centrum staan dan in een Vinexwijk. Voor ouderen verwacht Latten dat er meer huisvesting komt die goed is beveiligd en in de buurt staat van voorzieningen.