Hoger beroep in strafzaak over ontvoerde Insiya begint
Het hof in Amsterdam begint dinsdag aan het hoger beroep in de zaak over de ontvoerde peuter Insiya. Het destijds 2-jarige meisje werd in 2016 met geweld weggehaald uit de woning van haar oma in Amsterdam-Oost. Zij woont sindsdien bij haar vader in India. Het hoger beroep loopt tegen zes verdachten: de vader van het meisje en vijf uitvoerders van de ontvoering.
Vader Shehzad H. (44) werd in 2020 door de rechtbank in Amsterdam veroordeeld tot de maximale gevangenisstraf van negen jaar voor de gewelddadige ontvoering. Hij was niet bij zijn rechtszaak aanwezig en zal ook niet bij het hof verschijnen. India weigerde H. aan Nederland uit te leveren, ondanks verzoeken daartoe van het Openbaar Ministerie.
H. was ten tijde van de ontvoering verwikkeld in een slepende echtscheidingsprocedure met de moeder van het meisje, dat inmiddels tien jaar oud is. De rechtbank noemde de ontvoering destijds „heftig en in Nederland ongehoord”. Door zijn handelen heeft H. het gezin kapotgemaakt, oordeelden de rechters. Een jaar eerder had de rechtbank zes uitvoerders van de ontvoering reeds veroordeeld tot celstraffen van twaalf maanden tot vier jaar.
Het hof trekt vijf dagen uit voor de behandeling van het hoger beroep. Donderdag op de tweede zittingsdag is er ruimte voor het spreekrecht van Insiya’s moeder Nadia Rashid en krijgen de verdachten de strafeisen te horen. De zaak gaat volgende week verder met de pleidooien.