Minstens 550 derdelanders mogen voorlopig blijven
Zeker 550 uit Oekraïne gevluchte derdelanders hebben al te horen gekregen dat ze voorlopig in Nederland mogen blijven. Ze hadden om een voorlopige voorziening gevraagd, en die zijn door rechters toegewezen, meldt de Raad voor de Rechtspraak.
Met de voorlopige voorzieningen behouden ze hun recht op opvang voorlopig. Ze mogen daar wachten tot een definitieve uitspraak over hun status is gedaan.
Sinds het begin van de oorlog in Oekraïne zijn ongeveer 2900 derdelanders naar Nederland gevlucht. Een deel is daarna vertrokken of vroeg asiel aan. Het is niet bekend hoeveel derdelanders er nu nog in Nederland zijn, en hoeveel van hen nog wachten op een voorlopige voorziening. Volgens de Raad voor de Rechtspraak is het aan de rechters om daarover te beslissen, maar „ligt het in de lijn der verwachting” dat ook die resterende verzoeken worden toegewezen.
Eerder deze week bepaalde de Raad van State, de hoogste rechter, dat zes derdelanders voorlopig mogen blijven. Zij vechten het besluit dat ze moeten vertrekken aan. Daar is nog geen definitieve uitspraak over. Het oordeel van de Raad van State geldt alleen voor de zes, maar is wel ‘richtinggevend’. Andere derdelanders in dezelfde omstandigheden kunnen dezelfde uitspraak verwachten. Daar hebben meerdere rechters ook naar verwezen.
De derdelanders woonden met een tijdelijke verblijfsvergunning in Oekraïne toen Rusland het land binnenviel. Ze vluchtten naar Nederland en kregen hier bescherming, net als alle andere vluchtelingen uit Oekraïne. Ze mochten hier wonen, werken en studeren en hadden recht op leefgeld.
Die regeling verliep op 4 maart. Daarna kregen de derdelanders vier weken de tijd om Nederland te verlaten. Die periode verliep dinsdag.
Veel derdelanders zijn naar de rechter gestapt om beroep aan te tekenen tegen de mededeling dat ze moeten vertrekken. Bij die beroepsprocedures spreken rechters elkaar tegen. Sommige rechtbanken besloten dat ze inderdaad weg moeten, andere rechtbanken oordeelden juist dat ze mogen blijven. De rechtbank Amsterdam heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie in Luxemburg gevraagd om verduidelijking van Europese afspraken over derdelanders. Zolang daar geen antwoord op is, mogen de derdelanders van de Raad van State en de lagere rechters nog blijven.