Birma jubelt over witte olifant
Het bericht dat in het westen van Birma een witte, zeer zeldzame albino-olifant gevangen is genomen, heeft Birma op zijn kop gezet. Het Nieuwe Licht, de spreekbuis van de militaire regering van Birma, en twee andere kranten wijdden gisteren een hele pagina aan de vondst van de witte olifant.
Hoewel de naam bedrieglijk is en witte olifanten zich slechts door kleine kenmerken van andere olifanten onderscheiden, wordt de soort in Zuidoost-Azië sinds jaar en dag aanbeden. In Birma, Thailand en Laos genieten zij zelfs koninklijke status. In het verleden verscheen de olifant alleen tijdens de regering van „rechtvaardige en goede koningen.”
In Thailand behoren alle witte olifanten aan de koning en moeten door hun verzorgers met het nodige respect worden bejegend. In de zestiende eeuw vochten de koningen van Birma en Thailand een oorlog uit om vier witte olifanten.
„Volgens de overlevering brengt de witte olifant het land vrede, stabiliteit en welvaart; voorkomt hij gevaar en zorgt hij voor weldadige oogsten”, zei Het Nieuwe Licht. Een opsteker voor de militaire machthebbers in het land, zo meldde het Japanse persbureau Kyodo. Volgens waarnemers zit de economie van het geïsoleerde Birma volledig in het slop en wordt de bevolking steeds armer.
Het acht jaar oude, 1,80 meter hoge dier bevond zich onder een groep van acht olifanten die vorige maand door bosbouwers in het dorp Chutpyin, 550 kilometer ten noordwesten van Rangoon, werd gevangen en nu wordt overgebracht naar de hoofdstad Rangoon. De witte is kalmer en evenwichtiger dan de andere zeven en heeft karakteristieke kenmerken als parelkleurige ogen en witte haren. De huid van het dier is roze in de regen en licht roodbruin als de zon schijnt, berichtte de krant.